Multatuli.online

29 november 1876

Brief van Multatuli aan H. de Raaf. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-2 beschreven. (M.M.)

Wiesbaden 29 Novr 1876

Waarde Heer De Raaf! Nog altyd heb ik Uwen my zeer aangenamen brief van 24 Mei niet beantwoord. Ik weet dat ik 'n paar zydjes aan U schreef, maar ik werd gestoord, en toen bleef 't liggen, zooals meer gebeurt. Vergeef me, ik heb 't erg druk. Toen ik zoo-even Uw brief van Mei opzocht, kwamen my wel 20 andere dingen onder de oogen, die me verwytend aankeken. En, omdat dit me zenuwachtig maakte, wou ik in den berg onafgedane stukken niet langer zoeken naar m'n begin van antwoord. Toch zal ik 't u later, òf voortgezet, of zoo inkompleet als 't is, doen geworden. (Zeker komt het me in handen, als ik zoek naar wat anders!)

Ja, dat zal ik doen, vooral omdat ik heden m'n Uitgever verzoek, [1.] verzoek: oorspr. stond er aan (...) vraag. aan U en den heer Mansholt [2.] D.R. Mansholt (1841-1921), landbouwer te Meeden, later bij Ulrum. 'n Bloemlezing van Heloïze (m'n vrouw) te zenden. ‘Wat heeft dàt te maken met het zenden van dien onvoltooiden brief?’ vraagt ge? Wèl, dezer dagen schreef me de beste Versluys dat Gy de redaktie van 't Schoolblad op u nemen zult, en nu heeft het er wel iets van, alsof ik U die Bloemlezing aanbied omdat [3.] Hierachter ‘ge’ vergeten, wschl. door het omslaan van de blz. op 't punt staat, 'n organerige waardigheid te bekleeden. Net 'n reklametaktiek alzoo! Nu, dit is zoo niet! Sedert maanden al stondt Gy (en ook de Heer M.) op 't lystje, de bloemlezende Heloïze kan 't getuigen! maar ik had redenen van... huishoudelyken aard, om dat lystje niet vroeger aan m'n uitgever te zenden. Hy is zeer royaal voor me, maar ik wou eerst 'n paar vel kopie meer gereed hebben voor ik hem 't verzenden van present Exx. opdroeg. Wilt ge zoo goed zyn de nevensgaande briefjes respektk in de beide Exxn te plakken, en den heer Mansholt, onder aanbieding van m'n vriendelyken groet, het zyne te geven?

Ik breek kort af, omdat ik 't inderdaad druk heb. Wees ook gy vriendelyk van my gegroet.

t.a.v.

DouwesDekker

Wees zoo goed den hartelyken belangstellenden Heer M. te zeggen dat ik tegenwoordig niet in finantieele moeielykheden zit. Als ik wèl ben, en m'n oogen me niet in den steek laten, kan ik rondkoomen. Van drukkenden achterstand uit m'n vroegeren zwerftyd, spreek ik niet.