Multatuli.online

Lijst van brieven op datum

27 maart 1876

van

Multatuli

aan

A.C. Loffelt (bio)

 

Volledige Werken. Deel 18. Brieven en dokumenten uit de jaren 1875-1877 (1987)

terug naar lijst

27 maart 1876

Briefkaart van Multatuli aan A.C. Loffelt (L.M. 's-Gravenhage; fotokopie M.M.)

Met poststempels Wiesbaden 1 27/3 76 's Gravenhage 27 mrt 76 en geadresseerd aan WelED Heer A.C. Loffelt Voorhout 47 in 's Gravenhage Holland.

W.h. L! Vriendelyk dank voor briefk. en S's Hamlet! Laatste nog niets gelezen. Ik bestel by Funke uw ‘Toelichting &c van Hamlet.’ Zend gy me dat niet. Ik heb moeite F te bewegen my voor zoo-iets te debiteeren, en dan nòg.. hy zoekt gelegenheden om me dat dubbel en dwars weer in den zak te goochelen. Hy is uitstekend voor my. Verklaar dat na m'n dood, want ik kan de landläufige [1.] landläufig: gebruikelijk (du.) scie [2.] scie: afgezaagde mop van scie = zaag (fr.) niet velen dat alle Uitgevers harpagons [3.] Harpagon: Molière's Vrek. zyn. Dat zyn zoo van die àl te makkelyke praatjes waarmee Kappelman zich 'n schyntje van wereldkennis geeft. Ook de goede Waltman te Delft is best voor me.-

Ik schryf p.k. omdat ik me geen tyd gun voor 'n brief, en als ik langer wacht zoudt ge niet weten of uw ‘S's H.’ ontv. was. Kunstbode ontving ik nog niet, maar ik wacht hem elk oogenbl. Ik geloof dat Van Vl. nog slechter is dan ge gist, schoon 't al niet veel erger kan, meent ge? Nu ja, wie zal uitmaken wat nòg lager staat dan 't gemeene dat-i te lezen geeft? Maar toch... ik denk aan iets van ander allooi.-

Lees eens 't Zondagsblad van 't Nieuws. Ook dàt geeft aanleiding tot opmerkingen. Die brave ten Brink! De duitsche schryvers die hèm noemen, zyn ‘degelyk’ en 't is klein dat de niet genoemden klagen. Men moet niet zoo afgunstig zyn, zoo kleinsteedsch, o zeker! Precies m'n idee! Maar 't schynt t. Brink's idee niet geweest te zyn, toen-i Glaser op de hoogte van z'n verdiensten bracht, en vooral niet toen-i aan de Belgen die m'n adres vroegen, antwoordde: ‘dàt weet ik niet, dat moet je aan juffr. X [4.] Mina Krüseman. vragen!’ (Ik doel daarop in m'n IV bundel Id. [5.] Zie V.W. VI, blz. 131.) Kwaadaardiger, nydiger, kleiner kàn 't niet! En dan moet men weten dat juist ik voor die juffr X een welmeenende barre ruwe zedemeester ben geweest. De V. Vlotens e.d. zouden vreemd opkyken als ze my in verhoudingen van die soort gehoord hadden! Ik lyk meer op 'n Cato dan op wat ze van me maken willen. Bestudeer dat stukje in 't Nieuws eens! 't Heele ding is geschreven om op Glaser te komen en zyn apotheose! Hartelyk gegroet

tt

DD