Multatuli.online

27 december 1875

Brief van G.L. Funke aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier met gedrukt kopje, geheel beschreven. De laatste twee zinnen staan in de marge van blz. 4. (M.M.)

Amsterdam, 27 Dec. 1875

Waarde Dekker!

De Duitsche vertaling van Uwen Havelaar moet m.i. niet hier te lande verschijnen, maar in Leipzig of eenige andere groote uitgeversstad in Duitschland. Alléén van daar uit kan ze behoorlijk worden geëxploiteerd; van hier uit is dat onmogelijk. Het feit dat eene Duitsche uitgave van hier uit gelukt, moet altijd nog vertoond worden. Al dergelijke uitgaven zijn steeds ten eenemale mislukt, omdat de exploitatie altijd via Leipzig, en dus met zéér groote kosten moest geschieden. Beweeg daarom Dr. Nast zijn vertaling evenmin in Londen als hier het licht te doen zien.

Hartelijk dank voor Uw allerliefsten brief. Uw binnenhuisje is recht door ons genoten en wij kunnen ons door dat kijkje levendig voorstellen hoe gezellig Uw acclimatieinrichting er uitziet en hoe prettig en nuttig Gij beiden U vermaakt. Toch, al schildert Ge nóg zoo natuurlijk, hopen we beiden er met eigen oogen een kijkje van te komen nemen en a.s. zomer (als de bevalling van no 5 goed afloopt!) eens een vliegreisje tot Wiesbaden te maken en U, al is 't maar één dag, 't werken te beletten. Wij zien nu al hoe nuffig Gijl. tusschen al dat gedierte rondstapt en zullen trouw bidden dat er niet één Uw triumf beschaamt.

Jammer dat ‘Gelijk hebben’ niet vlotter achtereen kan genoten worden! Van 't brokje van gisteren hebben wij gesmuld. Er was geen woord in dat niet met smaak gekozen was. Ik heb spijt zoo voorbarig geweest te zijn en vraag Mimi excuse! Toch constateer ik dat ik van 't eerste nummer af haar losse vloeiende dialoog en de vorm van 't geheel, zeer gewaardeerd heb en alléén maar vond dat het niet zooveel talent loonde om een oudejuffrouwen vooroordeel belachelijk te maken. Ik kan mij geen meisje voorstellen dat niet zoo'n gril zelfs van de allergoedaardigste tante, met gepaste minachting zou opvatten. Doch ik wacht tot het stuk uit is, want vooralsnog is mij den titel niet duidelijk.-

Gij schrijft: ‘hierbij revisie van vel 2.’ Dát blad echter ontving ik niet, wél vel 3 en dat een paar posten later. Nu wacht ik alzoo nog altyd op bl 2.

Op bl 3 vraagt Ge geen revisie. Zal ik dus maar de laatste proef nazien? Geen antwoord, dan doe ik dat.-

De herdruk wordt niet door de Hoogh maar door Los bewerkt, daar deze voortdurend lamenteerde over 't ongebruikt laten van zijn letter voor bundel VII. Ik heb hem nu maar met dezen herdruk tevreden gesteld waarvoor hij thans dezelfde letter als van bundel VII gebruikt en aan de Hoogh heb ik wat ander drukwerk gegeven. De kans om door Uw werk te leeren denken, loopt de H. daardoor mis, maar de man is grijs geworden in de orthodoxie en zal dus wel niet te corrigeren zijn, evenmin als b.v. mijn beste moeder!

Neen, van Hall over Juffr Beersmans heb ik nog niet gelezen, doch ik zal 't zien te krijgen. Hoe jammer dat Juffr B. niet voor goed door Le Gras c.s. kan geëngageerd worden. Wel hebben zij een lieve aanwinst met Mevr de Vries; dàt zal hen veel goed doen. Ook zij zou Louise goed terug geven, vooral bijgestaan door zoo'n drietal mannen! Le Gras c.s. maken reputatie! Ze zijn dan ook buitengewoon actief en durven iets aan!

Weest beiden recht hartelijk van ons gegroet

tt

GLf

Denk om blad 2! Tot op heden 2 Uur niets ontvangen.