Multatuli.online

24 november 1874

Brief van Multatuli aan J.A. Bientjes. Twee dubbele velletjes postpapier, geheel beschreven. (M.M.)

De brief heeft bij de vouw twee perforeergaatjes en is blijkbaar in een registermap opgeborgen geweest. Wat er door deze gaatjes aan verschillende woorden ontbreekt, is telkens met zekerheid te reconstrueren.

De opmerking na de handtekening staat deels op blz. 8, deels op de daarmee samenhangende blz. 5 van het handschrift.

duitenplatery: het gepraat van de politici over bijzaken zodat er geen tijd meer is voor de hoofdzaak; zie V.W. II, blz. 201.

Wiesbaden 24 Novr 1874

Waarde heer Bientjes, het doet me leed dat ik U gister zoo brusk schreef, en daarvoor vraag ik verschooning. Wat den hoofdinhoud van myn schryven aangaat, moet ik by m'n opinie blyven, maar ik deed verkeerd die zoo onvriendelyk te uiten. Om nu evenwel ook jegens myzelf rechtvaardig te zyn, verzoek ik U acht te slaan op de volgende byzonderheden.

1. Ik korrigeerde onlangs ‘Minnebr.’ en ‘Verspreide Stukken,’ en nu den ‘Havelaar.’ By dien arbeid spring ik gedurig op en uit woorden en gezegden van de soort die gy niet graag in uw courant drukt. Bygewoond hebbende wat ik bywoonde, gedaan hebbende wat ik deed, ondervonden hebbende wat ik van Natie en Regeering ondervond, zoudt ge dit begrypen en... billyken, hoop ik.

2. In die stemming ontv. ik uw brief. Ik had de kracht myn eigen indrukken ter zyde te zetten, uwe positie my voortestellen, en besteedde den ganschen Zondag aan 't conscientieus beantwoorden uwer opmerkingen. Ik analyseerde Roorda's positie, trachtte daarby geheel buiten rekening te laten dat hy m'n vriend is, lette op uw verplichtingen aangaande uzelf, vrouw & kind, wikte en woog - in 't kort ik gaf me veel moeite om eerlyk te antwoorden op uwe beschouwingen. De hiertoe noodige inspanning was niet gering. M'n gezicht is slecht. Om m'n reeds zoo langen brief niet te doen uitdyen tot méér nog dan dubbel port, moest ik zeer klein schryven. Den volgenden dag brandden m'n oogen en ik moest den heelen dag ysbaden nemen en in 'n donker hoekje zitten, zeer ten-nadeele van m'n werk. Want ik heb niet als V.D. Putte, Van Twist e.d. de middelen om te bestaan zonder arbeid. Ik moet zeer hard werken om niet omtekomen. (Vergun me dit zeer aftekeuren in de Natie die ge niet door R in uw blad wilt laten uitschelden!) -

Toch stond ik gister betrekkelyk vergenoegd op, omdat ik meende behoorlyk m'n plicht te hebben gedaan. Gy naderdet my met openhartig vertrouwen, en ik had loyaal geantwoord. Den Zondag had ik goed besteed, en dat ik den maandag tengevolge daarvan, niet zou kunnen arbeiden - in godsnaam!

't Eerste wat my onder de oogen kwam was Uwe Courant (die 24 uur na den brief besteld werd. Hier is Zondags maar één bestelling.)

Daar las ik Uw aanpryzing der Javaan nut Maatschappy! Ik vertrouwde in 't begin m'n oogen niet! Aan den schryver van dát stuk had ik getracht denkbeelden over eer en plicht duidelyk te maken! Zie, ik had de kracht gehad tegen myn vriend Roorda verschil te zien in de gegrondheid zyner uitdrukkingen en uwe verplichting om daartoe uw blad te leenen, ik had myzelf geweld aangedaan om me te verplaatsen in uw positie, om rekening te houden met uw gebrek aan persoonlyke ondervinding van die Regeering en die Natie, ik verontschuldigde uw tegenzin om op die wys optetreden voor recht...


(Ook dat recht bediscussieerde ik, nam. in R. zelf. Ik ben geenszins alles met hem eens, en ik nam my voor, na daartoe van U verlof gevraagd te hebben, hem te schryven dat &c)

In 't kort, ik had me ingespannen om stipt rechtvaardig te zyn. En daar komt me zóó'n ál te grove afwyking van recht en waarheid onder de oogen!-

Ik heb iemand gekend die, met meer of min recht zich beklagende over Publiek, Natie, over ‘men’ - ik kan niet beoordeelen wat z'n grieven waard waren - iemand dus die de spreuk in den mond had: ‘Ze weten zelf niet hoe groote schelmen ze zyn!’ In 't algemeen kan er iets waars liggen in dien uitroep. Zeker weten de leden der Javaannutschwindel niet welk afschuwelyke rechtsverkrachting ze in de hand werken! Van Gennep is zeker heel onschuldig aan de kennis van Javasche toestanden. (ik betwyfel ofi ooit 'n Javaan gezien heeft? Zeker is hy nooit nooit nooit in aanraking geweest met ‘inlandsche zaken’ en kan er dus over meespreken als 'n New Yorker procureur over de Roodhuiden.)

En Moens! Een der 70 paskwillen op 't begrip: Volksvertegenwoordiging! De vent die om hem aan 'n baantje te helpen te Sneek gekozen werd, omdat z'n borst hem belette te preeken! (Dit werd me letterlyk door z'n kiezers gezegd. Druk het, als ge verkiest en zeg dat ik 't u meedeel. Druk er, des verkiezende, by dat-i toen hy vreesde dat men by 'n nieuwe keus my kiezen zou (waarvoor ik vriendelyk bedank!) overal rondliep met 'n brief van my aan V. Twist waarin ik dien kerel uitschold, daarvan de handteekening zien liet, en zeide dat ik dien ellendeling om geld vroeg. In dien briefkwam waarschynlyk iets voor als: ‘de mynen lyden gebrek, en gy leeft in overvloed.’ Ik schreef hem meermalen op die manier. Onlangs zond ik hem 'n herdruk van Vr. Arbeid met het inschrift:


Aan den heer V. Twist als 'n gering blyk
van de diepste verachting
van
den schryver.-

Hoe dit zy, de Javaannutman Moens is 'n kreatuur van V. Twist, en een dergenen die met hand en tand de Havelaarszaak tegengaat.

Die zaak is:

‘De Javaan moet niet beroofd en vermoord worden.’

Meer niet, minder niet, iets anders niet! Dát is de kwestie, de eenige kwestie! Wie wat anders ter behandeling voorstelt is 'n bedrieger. Wat ánders, als:

Kadaster,
Agrarische wet,
Muntstelsel,
reorganisatie Preanger,
Afschaffing der slaverny,
Koffiprys,
Monopolie H.M. schappy,
Heldendaden (zegge insidieuse verraderlyke

inmenging en opwekking van verdeeldheid. Juist wat V. Swieten nu zoo op den voorgrond stelt in-plaats van de heldhaftighedens waarvoor i betaald wordt, en die de holl. verzemakers ‘bezingen’ heb ik als de hollandsche manier gekarakteriseerd in m'n Vry arbeid (uitgaaf 73) blz. 40, 41, 42.) V. Swieten heeft volkomen gelyk. Met vechten kunnen wy den Atjinees niet aan. De oude gebruikelyke manier van verdeelen en heerschen moet toegepast worden. Dat hy zich evenwel voor heldendaden betalen liet, schynt-i nu vergeten te hebben. Toch krygen we Atjin niet! Daartoe namelyk zyn vele jaren noodig (‘voet voor voet voortschrydende en de grenspalen verzettende’) en voor dien tyd krygen we heel wat anders te doen!-

Enfin, al die dingen zyn afleidingen, duitenplatery!-

Wist ge dit niet! Ge hadt het kunnen weten! Dat uw meeste kollega's dezelfde fout begaan... eilieve, gy kent toch m'n briefje aan de Javaannutters die my, Havelaar, uitnoodigden mee bytedragen om 't Javaansche volk... lezen en schryven te leeren!

Wat overigens die anderen aangaat... zy mogen hun aanbevelen van zulke dingen verantwoorden voor zichzelf. Ik heb met U te doen, met U die party trok voor Havelaar! Dit gaat niét samen met het patrocineeren van zúlke kwakzalveryen!


(tusschen twee haakjes: hebt ge opgemerkt dat V. Gennep en Moens stilzwygend den Vryen Arbeid hebben gestreken van hun program? Waarom niet ruiterlyk erkend dat ze 't mis hadden? Met dien Schwindel (ook 'n afleider'?) is toch die Fr. v.d. Putte op 't kussen gekomen, en menig kamerlid ook! Wie heeft nu in die zaak gelyk gehad? V.D. Putte is tweemaal minister geweest, heeft hy den Vryen-Arbeid durven invoeren? Immers neen! Waarom drong de pers hierop niet aan?)

Nog-eens: ik ben aan 't korrigeeren van den Havelaar! Ik weet dat ik de waarheid zeide. Ik ondervond hoe de Natie daarop heeft geantwoord... door doen en niet doen. Vergun me dus over die Natie 'n andere opinie te hebben dan gy. Zoo-even korrigeerde ik 'n bladzy waarin gehandeld werd over m'n edele vrouw - op de straten van Amsterdam is zy uitgejouwd omdat ze er zoo armoedig uitzag. Tranen beletten my voorttegaan. Ja, als Roorda, noem ik die natie 'n natie van schelmen. Ge voelt immers dat ik die eene passage niet aanvoer als bewys? M'n bewyzen zouden 'n bundel vullen!

Of ge dit zoudt kunnen zeggen in uwe Courant? Eilieve eergister meende ik dat dit niet te vorderen was. Maar als ge vryheid meent te hebben die J.N. Schwindel aantepryzen, dan loopen onze begrippen over zedelykheid zoo uit-een, dat er geen punten van aanraking tusschen ons bestaan.

Het doet my altyd leed iemand te grieven. Maar...waarheid bovenal. Ik kan niet anders!

Wees vriendelyk van my gegroet.

tt

DD

Toen Dr Bosch dat zaakje opzette om Havelaar te verdringen, had-i eerst uit Indië gehaald wat er voor hem uit te halen was. En nu die V. Gennep ook. Begrypt ge dan niet dat het 'n metier is, 'n bybaantje als men eerst fortuin of pensioen heeft?