Multatuli.online

4 oktober 1874

Brief van Mimi aan G.L. Funke. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)

Wiesbaden 4 Okt. 1874

Waarde funke.

Het portret van dek, dat Vosmaer gaarne had is het eerst gemaakte. Wagner heeft de negatief niet meer, en wij hebben er geen afdruk van, 't is daarom dat ik er u lastig mee val. Ik denk haast het datgene is dat ge aan den lithograaf gegeven hebt. Hoe nu te doen weet ik niet. Ik zal 't stukje uit uw brief dat over portretten handelt, naschrijven voor V., dat hij weet gij er werk van maakt.-

Dek zegt: schrijf eens wat aan funke over de kinderen. - maar dat is zoo makkelijk niet. Als men de kinderen niet kent is deze heele toedracht van zaken bijna ongeloofelijk. 't Beste zal dus zijn dat ik u hun briefjes zend, dan kunt ge zelf zien. Noch weten wij niets meer dan deze briefjes. Waar zij geweest zijn op reis? Wie voor dat arme lijk gezorgd heeft zijn nog steeds vragen. Dat Edu en Non op reis gingen begrijp ik in zooverre als ze naar Padua gingen. Daar woont Mevr. Omboni (Stéfanie) een zoogenaamde vriendin van tine die haar naar Italie had gelokt. 't Is natuurlijk Edu daar non brengen wilde en ook zelf wat aanspraak vinden. Maar Stefanie was zooals ze aan Dekker schreef op reis in Tyrol met haar man, de arme kinderen klopten dus aan een toedeur. Hun verdere tocht begrijp ik ook niet. Edu schrijft dat ze naar dek wilden komen. Of dit waar is betwijfel ik echter. Edu is zoo'n komiek mengelmoes van wijsheid en kinderlijkheid. Zijn brief is over 't geheel zeker welgemeend, en zijn hartelijkheid tegen D. ook. 't Verdriet heeft hem hartelijker gemaakt dan anders. Geloof me, geen kinderen verliezen meer aan hun moeder dan dezen. In de briefjes van de arme Non straalt dat niet door. Haar briefjes zijn gemaakt en boekerig. klaarblijkelijk geinspireerd, zoo niet gedikteerd, door Stefanie - want die is zóó. Je kunt denken dat haar ‘Mr Blumenthal sera notre tuteur,’ en haar plannen die ze als volkomen uitgemaakt geeft dek woedend maakten. Toen wilde hij onmiddelijk gaan om haar te halen.

Haar illusie om bij zekere Mme la marquise te komen waar zij zich een beetje met de kinderen zal bezig houden - kennen wij. Ook haar moeder had ondervinding van zulke voorspiegelingen. Arme non, moet ze nu eerst die illusie verliezen voor ze bij ons tevreden zal kunnen zijn? Non is in tegenstelling van Edu, zeer prikkelbaar en zeker allerminst geschikt voor 'n ondergeschikte positie, en hare moeder kwam al hare kleine begeerten en neigingen zoo te gemoet, elke kleinigheid zou haar zoo dubbel en dwars kwetsen.

Daar alles verzegeld is in Venetie dek zeer hecht aan de papieren zijner vrouw en bevreesd is voor 't beslag dat schuldeischers op alles zouden kunnen leggen - heeft hij toch geen maanden tijd. Hij is van plan om als 'n bliksem te werken, 'n paar weken en dan te gaan. Hij zal dan zien wat hij met non doen moet. Haar daar laten mag hij dunkt mij niet. En als er te veel tegenzin is om bij mij te komen dan zou hij haar eenigen tijd bij zijn vriend Roorda kunnen brengen, die dat aangeboden heeft. Wat mij betreft ik ben niet bang dat we haar tegenzin haar onwil niet zullen overwinnen ik houd werkelijk erg veel van de non want zij heeft een lieve genereuse natuur.

Dat de briefjes van Non gedikteerd zijn blijkt o.a. daaruit dat ze j'ai schreef voor chez. dus op den klank af, gedachtenloos.-

Minnebr. en Verspr. Stukken zijn gereed. D. zal ze zenden. Ook vel één van den Hav.

Hartelijk gegroet van ons beiden

Mimi