Multatuli.online

2 oktober 1874

Brief van G.L. Funke aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier met gedrukt kopje, geheel beschreven. (M.M.)

Amsterdam, 2 October 1874

Waarde Dekker! Het verheugt mij dat Ge nog ter elfder ure besloten zijt Nonni niet te halen. Ik voel eenigszins wat het U kostte tot dat ferme besluit te komen, maar ben zeker dat Ge dáárvan geen spijt zult hebben. Er moet na al dat inblazen wat tijd verloopen om een zoo geschokt en geslingerd gemoed als 't hare in normalen staat te brengen en eerst dan, misschien wel drie maanden na heden, wordt het tijd haar te bekeeren.

De handelwijze van Eduard valt me tegen in hem. Aan 't naïve van die reis kan ik niet gelooven: wie ter wereld gaat van droefheid in een spoortrein zitten en van plaats tot plaats rijden zonder eenig doel! 't Is werkelijk al te dwaas om dat aan te nemen. Een bedroefd mensch schuwt gezelschap en rumoer en denkt het allerminst aan een spoorreisje.

Hoe 't zij, het verheugt mij dat Ge U in deze teedere kwestie hebt kunnen beheerschen en macht over U zelven hebt gekregen om afleiding in arbeid te zoeken. Dat ge daarbij in de eerste plaats geld noodig hebt én om Uwe dochter meê te krijgen én om haar Uw te huis aangenaam te maken, spreekt van zelf. Ik hoop dan ook niets liever dan dat Ge genoegzaam ter rust zult komen om weêr geregeld wat te leveren.

Ja, vel 12 is terecht. Als nu blad 13 door U ter afdrukken gegeven is, zal ik aflev. 2 maar uitgeven, zooals Ge voorstelt.

Zoudt Ge nu ook niet de 2 eerste vellen van Havelaar retourneren, dan laat ik daaraan beginnen! Als Ge veel kleine of beter korte noten hebt, is 't beter die onder de bladzijden te plaatsen; geeft Ge daarentegen enkele uitvoerige noten, lasch ze dan met kleiner letter tusschen den tekst of geef ze achteraan.

Behoud de ex. bundel III die ik U zond, maar doe er een van toekomen aan Uw vriend Roorda als Ge ook bundel IV er bij hebt. Van W. uit zal hem de toezending veel minder kosten dan van hier.

Hebt Ge de Minnebrieven en Verspreide Stukken al herzien en gereed? Zoo ja, zend mij die dan ook maar bij gelegenheid, want ik wou beide deeltjes tegen den winter ook maar onder handen geven.

Zeg aan Mimi dat ik van Loman nog altijd op antwoord wacht. Niet ongewoon bij dat heerschap: hij laat altijd wachten en komt eveneens altijd te laat! Zoodra ik haar Stukje in handen heb, zal ik 't haar direct per post zenden.

Laat zij mij ook eens meedeelen welk van Uwe twee portretten ik aan Vosmaer zenden moet? Ik heb een waarop Ge vriendelijk en een ander waarop Ge verontwaardigd kijkt. Het laatste dat ik voor 't beste houd, heb ik juist in handen gesteld van een mij bekend, vertrouwd en zeer bekwaam lithograaf, dien ik heb opgedragen zijn uiterste best te doen dat portret zoo trouw mogelijk op steen over te teekenen. Als hij er meê klaar is, heb ik plan, als ik er vrede meê heb, het aan Vosmaer ter beoordeeling te geven - en als ook hij het goed mocht keuren, 't eindelijk U onder de oogen te brengen. Hoewel portretten zeldzaam goed voldoen als ze niet photographisch zijn, gelukt toch wel eens een enkele en, mochten we nu zoo fortuinlijk zijn met het Uwe, dan zoudt Ge niet op nieuw naar die pijnkamer hoeven te gaan. Mislukt nu mijn onderneming, dan zult Ge hoop ik van Uzelf verkrijgen om in Godsnaam nogmaals te pozéren.

Hartelijk gegroet met Mimi van

tt

GLf

Vosmaer's boekje wordt aardig gekocht naar dat het zoo kort in 't licht is. Ik heb veel verwachting van den terugslag die 't op 't debiet Uwer boeken maken zal.

Wordt het niet hoog tijd dat Ge Wouter uit die misselijke Kopperlithsfamilie naar de Holsma's brengt? Ik geloof dat Ge die Kopperliths c.a. veel te veel eer hebt bewezen, door U zoo lang met hen bezig te houden. Zes vel geleden hadt Ge ze al totaal vernietigd.