Multatuli.online

10 november 1873

Brief van G.L. Funke aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier met gedrukt kopje, tot halverwege de vierde bladzijde beschreven. (M.M.)

van Santen's uitgave: Van Santen had van Schadd de rechten van Max Havelaar gekocht, maar tot een nieuwe editie is het niet gekomen.

Amsterdam, 10 Nov 1873.

Waarde Dekker! Dank voor Uw aangenaam schrijven van 8 dezer. De logica Uwer redeneering is zóó frappant, dat ik geen kans zou zien ze in mijn eigen belang beter en korter te formuleren.

Dat dezelfde zin voor recht U dreef aan Waltman het volstrekt Kopijrecht der bij hem uitgegeven boeken cadeau te doen, is volmaakt in overeenstemming met geheel Uw zijn. Het was feitelijk onbillijk dat ik Uwe boeken op voordeeliger voorwaarden uitgaf dan Waltman en voor W. doet het mij genoegen dat Ge hem zoo royaal behandelt. Hij is een man die zoo'n faveur naar behooren weet te waardeeren en aan wien 't bovendien best besteed is, zoowel finantiëel als moreel.

Zeer gaarne zal ik Uwe wenken betreff. 't Nieuws ontvangen, zoo Ge U de moeite wilt geven ze in een minder kostbaar uurtje eens neêr te schrijven. Stel U zoo mogelijk daarbij mijn zeer gemengd publiek voor oogen, opdat het mij op dat punt althans mogelijk zij het praktisch gebruik dier wenken voor te stellen. Gij weet nu eenmaal hoe bezwaarlijk men den gewonen slender breekt.-

Met de aansluiting van vel 22 komt het nog niet op een dag of wat aan. Haast U dus niet. Maar zoudt Ge niet ter afleiding de correctie op den 3n bundel alvast onder handen nemen?-

Ja, ik voel heel goed dat het U moeielijk is publiek tegen v. Vloten op te treden. Jammer dat zoo'n gevaarlijk man zich in Uw familiezaken drong! Met iemand die zoo ruw-brutaal is in zijn geschrijf, wordt Uw toestand werkelijk zeer onaangenaam.

Om U genoegen te doen zou ik Waltman's en van Santen's uitgave van Uw werken wel op de omslagen der mijne willen publiceren, maar als koopman gesproken moet ik het niet doen. Immers dan betaal ik hún exploitatie kosten ten deele. Is 't bovendien niet wat zonderling hunne uitgaven wél op de omslagen te annonceren en b.v. niet in mijne annonces in de Kranten of op prijslijsten als de bijgaande, waarvan ik dit voorjaar ca 50,000 in allerlei tijdschriften verspreidde? Tot heden b.v. plaatste ik dit jaar 58 annonces in de Kranten, waarin ik al Uwe boeken noemde; moet ik nu die van W. en v. S. daaruit weglaten? Zegt Ge ‘neen, ook dáarin moest Ge ze opnemen’, dan zou ik dit niet kunnen toegeven en doe ik 't enkel op de omslagen, dan doe ik maar ¼ of ⅛ van wat er eigenlijk door hen gedaan behoort te worden. Zijt Gij daar echter meê tevreden, welnu, ik ben zooals ik zeî daartoe bereid.

En nu moet ik afbreken, want een massa andere dingen wachten mij. Wees met M. hartelijk gegroet!

tt

GLf