Multatuli.online

5 november 1873

Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Dubbel velletje postpapier, tot onderaan blz. 3 beschreven, de laatste blz. in twee brokken haaks op elkaar. (M.M.)

Wbaden 5 Novemb. 73

Waarde funke! Heden ochtend 1e en 2e bestelling ontving ik Uw beide brieven, ieder inh. f50. Deze remise van f100. brengt het op bundel VII ontvangen honorarium op f440. - Ik ben nog niet by.

Ik sukkel met hetgeen volgen moet op vel 21. Dat heb ik nu al 2 keer overgewerkt, en kan 't niet naar myn zin krygen. Ik hoop vandaag. (Er geschiedden dezer dagen dingen die my ergerden.)

Dank voor Tydspiegel. Wees zoo goed my te schryven of die nog altyd by Thieme Arnhem uitkomt? En of Ds. De Keyzer nog daarin schryft? Zoo ja, dan begryp ik de uitvallen van Admiraal, of liever waarom hy tegen my uitvalt, want z'n aanmerkingen zelf begryp ik voor ¾ niét. Maar dit doet er niet toe. 't Is beter dan dood zwygen. O, meen niet dat zúlke stukken my uit m'n stemming brengen. Volstrekt niet! Ik heb er schik in. Neen er zyn andere dingen die my op 't hart trappen, en ik noem ze niet, om niet te doen blyken hoe men my kwetsen kan. Als ik U sprak, zou ik 't U meedeelen. Nu verslik ik het.-

Nog-eens de schryvery van M. gaat my niet aan. Uw Nieuws zou schipbreuk lyden, als ge nog andere consideratiën hadt in 't oog te houden, dan de moeielykheden die nu reeds uit den aard der zaak zelf, te overwinnen zyn: Financiën, aandeelhouders, hoofdredacteur... de zaak moet U doornig zyn! En als gy op de zaak peseert, zou ‘men’ de verantwoordelykheid op U werpen. Dit moogt ge niet wagen.

Hartelyk gegroet

tt

DD

hm! Dit beduidt Douwes Dekker

t Is n kwittantie. Zonder gekheid: ik ben zenuwachtig! ‘Ze’ hebben me weer zwaar gewond. En ik moet het verslikken. Niemand weet wat ik te overwinnen heb om geregeld aan myn werk te blyven. En dit moet toch. Weer hoop ik vandaag die ontbrekende aansluiting te zenden.

Het is zooveel werk niet ('n blz of 10 misschien) maar ik kan 't niet goed krygen. En 't hindert my nu zoo, vooral omdat Gy zoo vlug helpt, als ik vraag.-

Doch bedenk (zie byv. Admiraal!) dat ik schryf onder de oogen van 'n vyandigen geest, en dus zeer op m'n tellen moet passen. Wat Admiraal nu schryft, schaadt me niet, maar hy zou me wel schaden, als ik niet zéér ingespannen op m'n werk lette.