Multatuli.online

14 juli 1873

Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Dubbel velletje postpapier, tot bovenaan blz. 4 beschreven. (M.M.)

Wiesbaden 14 Juli 1873

Waarde funke! Hartelyk dank! Op deze remise van f100. ben ik nu 1½ vel kopie schuldig en, als gy de goedheid hebt gehad die f100. naar Italie tezenden gelyk ik U verzocht in mn laatsten brief, dan komt er de schuld van 2½ vel kopie by. Te zamen vier vel. Ik zou heden reeds 1½ vel kunnen zenden, want ik werk sedert eenige dagen zeer vlug.

De by U ontv. kopie bedraagt zes vel (ruim) en ik heb f 400. - van U ontv. (Italie mee-verondersteld.)

Ik moet zeer snel voortgaan, en hoop het te kunnen doen. Ik ben in lang niet zoo wel geweest.

Hartelyk gegroet

tt

DD

By myn geldrekening sla ik geen acht op Uitgaven die ge voor me doet. Dat hoor ik op t eind van t jaar. Ik reken maar de ronde sommen van kopie en remise, en bedoel dan niet dat ik geen andere schuld aan U hebben zou.

Myn plan is te bewerken dat gy zelf me vraagt om de Woutergeschiedenis voorttezetten onverschillig of t de luî bindt aan vorige bundels of niet. Ik hoop te bewerken dat men zich getroost de vorige bundels te koopen.

Dat er altyd velen zyn die dit niet doen - waarom cotiseeren ze niet by troepjes van 4 of 5 - is te begrypen.

Maar daartegen over staat, hoop ik dat anderen zich dóór bundel VI laten bewegen om de vorigen te nemen, om de zaak compleet te hebben.

Myn program van Wouter was precies wat Lamartine zei op blz. 207-210 van z'n Heloïse & Abelard uitgaaf 1864 Michel Levy frères. Ik (Mimi) vond die passage n paar maanden geleden, en wy waren beiden verbaasd.

Later zal ik die woorden citeeren. Nu niet. Dat strydt tegen mn belang als auteur. Dan namelyk zou t schynen of ik Lamartines wenk gevolgd had. Mocht ik sterven, publiceer gy dan die bladzyden en getuig dat ik ze eerst voor 'n paar maanden onder de oogen kreeg toen ik iets opzocht over Heloïse. Ook vond ik t niet, maar Mimi. En zy, m'n program kennende was er verbaasd van.

Hy zegt letterlyk wat ik in m'n gemoed had!

Laat my maar begaan met den Wouter. Ik beloof U dat t werk klassiek wordt, en verkocht zal worden na - uwen dood zelfs. Na den mynen spreekt vanzelf, en daar heb ik zoo'n schik in! Andere onsterfelykheid verlang ik dan ook niet.