Multatuli.online

20 december 1872

Brief van G.L. Funke aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier met gedrukt kopje, geheel beschreven. (M.M.)

Amsterdam, 20 Dec. 1872

Amice! Gelukkig hebben onze brieven (Uw mistroostige en de mijne met f40. -) elkaar gekruist, zoodat ik mocht achten dat althans Uw finantieele zorg niet meer zóó knellend was, toen ik den Uwen ontving.

Dat Ge f40. - een nietigheid acht, is betrekkelijk juist. Maar laat er ons niet meer over spreken. Ik voor mij voel geen gewetensknaging dat Ge nú schraal bij kas waart, daar ik geloof sedert wij in relatie zijn alles gedaan te hebben wat ik vermocht U daarin van dienst te zijn. Ik weet dat ik in dat opzicht niets deed dan mijn plicht tegenover een man als Gij zijt, maar dat het mij vooral in dezen tijd veel kost die plicht te vervullen, dát is óok waar. Schrijf 't dus niet aan krenterigheid toe als ik U in den brand moet laten, want dat verdien ik niet.

Hierbij nu nog f40. -. In Januari begin ik weêr langzamerhand iets van mijn werkelijk zeer groote uitschotten binnen te loodsen. Ik vertrouw dat ik U dan geregeld bij ontvangst van kopij kan blijven remitteren.

Dat Ge mij verbaasd hebt over Uwe énorme werkzaamheid zoowel als over het gehalte van Uwe arbeid, erken ik gaarne. Ik dank er U hartelijk voor! Wat ik nooit had durven denken zal nu geschieden: nog dit jaar zal de 4e bundel compleet vóór mij staan en zal ik een flink deel mijner onkosten op rekg 1872 kunnen plaatsen. Ik herhaal, dit feit overtreft alles wat ik ooit van Uwe productiekracht mij had voorgesteld.

Dat de 4e bundel in zijn geheel een rijken bundel mag heeten, zal niemand tegenspreken en dat mij vooral de laatste helft zoowel als 't eerste derde deel zeer bevallen is, al begrijp ik dat het schrijven van die laatste helft U véél gekost heeft, ook dat zal U duidelijk zijn. Mij dunkt, Gij moet U verlicht voelen nu Ge U eens over een en ander ontboezemd hebt en Uwe houding in sommige dingen duidelijk geworden is voor hen die U hoogachten?

Tijdgebrek - de zorg voor den dagelijkschen gang mijner zaak = mijn brood - verhindert mij details uit Uw werk te behandelen, anders zou ik veel lust hebben U over velerlei te schrijven. Ik hoop zeer in den volgenden zomer eenige dagen bij U door te brengen en dan, met Uw Ideën in den hand, verschillende onderwerpen te bespreken. Voor Indië heb ik goed gezorgd. Een heele kist vol met eerste aflev. is al lang onder weg. Van den compleeten bundel gaat weêr een rijken voorraad er heen en depôt bij de firma Kolff & Co. Reeds circa 100 ex. van dezen bundel zijn er bij aflev. per mail voor rekening heen gezonden door de agenten der Indische boekhandelaren. Van Vosmaer's stuk heb ik 10.000 ex. laten drukken met V's toestemming, die ik gratis verspreid en waarvan met den compleeten bundel een duizendtal ook naar Indië trekt om door Kolff verspreid te worden. Voor Advertentiën in de Indische bladen met verwijzing naar ‘Brata Yoeda’ zorg ik mede. In één woord, Gij kunt zeker zijn dat ik alles doe om deze bundel zoo snel mogelijk uit te verkoopen en, ik twijfel niet of 't zal mij gelukken. Ik durf U haast voorspellen dat we in 73 aan 't drukken zullen gaan van de post 8o editie van bundels III en IV.

Als Ge wat op adem zijt van Uw werk aan bundel IV, zal 't mij aangenaam zijn Uw plannen met den 5e bundel te vernemen. Blijft het er bij dat die bundel aan Wouter Pieterse gewijd zal worden? Hebt Ge nog eens gedacht over mijn voorstel om ook een tijdschrift (op onbepaalde tijden natuurlijk) over de dingen van den dag uit te geven?

Wanneer toch komt Millioenen Studiën compleet? Dat is immers in kopij gereed? Schrijf mij eens wanneer Waltman U betalen zal, want dat Ge niet op Adolfshöhe arbeiden kunt, hindert me zeer.

Wees met Mimi hartelijk gegroet van

tt

GLfunke

Blad 23 zond ik U heden morgen. Bl. 24 is mij morgen beloofd.