Multatuli.online

27 november 1872

Brief van Multatuli aan J. Waltman Jr. Enkel velletje postpapier, dubbel gevouwen en tot en met blz. 3 beschreven. (M.M.)

Wiesbaden 27 Novr 1872

Geachte Heer Waltman!

Ik vind het voorzichtig U medetedeelen dat ik nog niet ontvangen heb

- schoone vellen van 17 & 18

- proef van 19.

Het kón zyn dat een-en-ander op de post ware weggeraakt.-

Mag ik UED verzoeken voor myne rekening alle verschenen 18 vellen te zenden aan:

Mr S.E.W. Roorda van Eysinga


Rolle
lac de Genève.-

Alle 18 vellen nu in een pak zou voor de post te zwaar zyn. Wilt Ge dus zoo goed zyn er drie pakketten van te maken en die in een omslag te doen zoo breed, dat de vellen niet vuil worden? Dat is jammer van den schoonen druk.

By 't verdeelen in drie pakken scheurt het papier er niet zoo af, by 't heen-en weer gooien op de post. Dan kan de heer Roorda later alles net doen inbinden.

Ik zeg dit alles in de meening dat aflevering 3 (t/m vel 18) gereed is, 'tgeen ik veronderstel.

Na beleefde groete met achting

UWEDDw Dienaar

Douwes Dekker

Wilt ge zoo goed zyn my eens optegeven wie een Exempl. van U ontvangt ‘ter bespreking?’

't Zal goed zyn dat ik dit weet om de tydschriften en Couranten die zich toeleggen op zwygen, daarover ter-zyner-tyd het noodige te zeggen.