Multatuli.online

Lijst van brieven op datum

24 september 1872

van

S.E.W. Roorda van Eysinga (bio)

aan

Multatuli

 

deze brief in handschrift

download handschrift

Volledige Werken. Deel 15. Brieven en dokumenten uit de jaren 1872-1873 (1983)

terug naar lijst

24 september 1872

Brief van S.E.W. Roorda van Eysinga aan Multatuli. Enkel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)

Op blz. 1 heeft Mimi twee regels doorgestreept, en op een aangeplakte strook een noot geschreven; de tweede bladzijde is met een paar grote halen geheel doorgestreept. De rest van deze brief is niet in handschrift bewaard gebleven. Van de woorden Geen antwoord af volgt de navolgende tekst de gedrukte versie (RvE, blz. 195-196).

de Haarlemmer: Multatuli's advertentie, in de NRC d.d. 18 september, staat ook in enkele andere kranten.

dat Waadtsche calvinisme: het uit Genève afkomstige protestantisme in het frans-talige kanton Vaud, duits Waadtland.

Bism. jezuïetenwet: als pruisisch-duits nationalist keerde Bismarck zich tegen het ultramontaanse katholicisme, waarvan de Jezuieten de propagandisten waren. (Kulturkampf 1872-1879.)

Laura: de geliefde van Petrarca; toespeling op Mimi.

Philips v. Hesse: Philip landgraaf van Hessen (1504-1567), éen van de lutherse vorsten, huwde met Christina van Saksen en in 1539 na overleg met Luther en Melanchton bovendien met zijn maîtresse Margaretha von der Sale; deze gesanctioneerde bigamie, eerst geheim gehouden maar al gauw algemeen bekend, veroorzaakte een hevig schandaal.

Rolle, 24/9 72

Waarde Dekker! Sinds acht weken vraag ik mij af, of Ge boos zijt. Ik kon 't niet gelooven. Vooreerst bestond er geene reden; 't is kinderachtig, gauw boos te worden, en 't is flauw er de reden niet van op te geven. Ik wou u niet schrijven, omdat Ge mij lomp hadt behandeld. Ook verwachtte ik wel, dat Gij het stilzwijgen zoudt afbreken door de toezending van ‘Vorstenschool.’ En ja wel! ‘De bruid daarboven’ op den koop toe! Hartlijk dank daarvoor.

Hadt Ge 't zoo druk? Of weer veel verdriet? Gisteren vóór de ontvangst van Funke's bezending las ik in de Haarlemmer Uwe advie, die niet den toon van een gelukkig mensch ademt. Kom hier wonen. Dan vergeet gij al uwe vijanden, zelfs van Twist.

Ik vind 't prachtig, dat Ge Willem III tot October op zijne rehabilie, als Louise's wederhelft, laat wachten. Hij heeft die kastijding aan U verdiend.

Het eerst bladerde ik in 't ‘Naschrift’. Die slotopmerking over het ongenoegzame van heerschappij over de taal kan ik, citeerder van Bilderdijk, mij aantrekken. Gij zijt een denker. Met voldoening las ik, wat Ge over den Tartuffe zegt. Ik vond, bij 't lezen, Molière altijd vreeselijk naïef, maar zeide 't nooit, omdat ik geen kunstkenner ben. Hij, de Tartuffe, werd te Brussel gespeeld door Dumaine, maar ik had dien avond geen vrijkaartje.

Toen Ge mij niet antwoorddet, nam ik de reis over Nancy, Epinal, Vesoul, Besançon.

Een doctor van 75 jaren, républicain de vieille roche, Turc (?) genaamd, volksverteg.r van 1848, zeî mij, ondanks zijn gezond verstand: ‘In vijf jaren gaan wij naar Berlijn.’ Te Vesoul, hoofdpl. van Haute Saône, veel geloof. Hoe moet 't dan in de dorpen zijn? Te Besançon zoop de sergeant van de hoofdwacht met zijne soldaten. Te Pontailier sprak ik met een' Franschm., verstandig genoeg om te bekennen: ‘Er moet een geslacht voorbij gaan, alvorens aan revanche te kunnen denken.’

Sinds ik geen Hollanders meer zie, ben ik gezond en begin weer te zingen. Hier geen ploertigheid, geen onbeschoftheid van den meerdere, geen kruipen van den mindere. Algemeene beschaving. Boerinnetjes lezende in het Magasin pittoresque. Voeg daarbij het meer, de Alpen, den Jura en de frissche lucht. Kom hier. Wij geven 900 fr. in 't jaar minder uit dan te Brussel. Ik ben onafhanklijk van ministers, landvoogden en couranten. Alleen vind ik dat Waadtsche Calvinisme mal. Het juicht natuurlijk Bism.'s jezuïetenwet toe.

Mijn broeder is redact.r geworden van een spiritistisch tijdschrift, en ik heb de sonnambule laten loopen voor de gezonde lucht der bergen, die ik een paar malen in de week bestijg, zoodat ik hier nog geene hemorrh. kolieken gehad heb, straffeloos koffi drink en niet meer behoef te walgen van cichorei.

Feringa schijnt boos, zoodat ik de 3e afl. van ‘De Vrije Gedachte’ heb moeten koopen. Dat hoofdstuk over het huwelijk verraadt zijn gebrek aan smaak en takt.

Aan Plet gevraagd, wanneer de courant begint.

Geen antwoord. Ik begrijp er niets van, en vraag mij soms af, of mijn honorarium door u betaald wordt. Ik koester hier allerlei dwaze illusies. Nu eens dat ik in Indië directeur van Openb. werken, dan weder van Onderwijs geworden ben. Van Loudon natuurlijk nog geen antwoord op mijne herinnering van 13 Juni.

De ‘Titan’ Feringa is dwergachtig boos over aanmerkingen. Eerst vreesde hij geïgnoreerd te worden en nu laat hij bijna niemand en niets onbeantwoord. Huet houdt hem voor een ‘warhoofd’. Dat is dunkt mij veel te streng.

De nieteling v.d. Putte, die eene directie van onderwijs en... eerdienst instelde, maakt natuurlijk ook Nieuwenh. commandeur van de Leeuwenorde.

Kom hier wonen. Huishuur laag, vruchten dol goedkoop.

Groet uwe Laura. Wij drukken u de hand,

Uw vriend

Roorda.

Wat beteekent: o si praeteritos? Verblijd mij gauw met een brief. De geneesheeren en een schilder vinden dat mijn Henritje zoo'n prachtige kop heeft. Cela promet, zeggen zij, mais il sera passionné. Hij heeft namelijk een zeer groot achterhoofd. Marietje vroeg eens: Wat zei de doctor van mijn kop?

De couranten vertelden dat Nieuwenh. onafhankelijkheid tegenover Loudon getoond had en door dezen op zijn plaats was gezet!! En nu dat commandeurskruis!

Curieus! De holl. bladen beweren dat voor Spinoza's standbeeld de tijd nog niet gekomen is, en Thorbecke krijgt er een. O, openbare meening! Wat zegt ge van die hysterische uitroepteekens?

Mijn broeder beweert, dat het volk naar u en mij luisteren zoude, als wij begonnen met ons zelven te hervormen, gelijk Luther. Alsof dat waar was! En hoe vlekkeloos Luther zich tegenover de bigamie van Philips v. Hesse gedroeg, weten wij.