Multatuli.online

Lijst van brieven op datum

15 mei 1872

van

Multatuli

aan

S.E.W. Roorda van Eysinga (bio)

 

Volledige Werken. Deel 15. Brieven en dokumenten uit de jaren 1872-1873 (1983)

terug naar lijst

*15 mei 1872

Brief van Multatuli aan S.E.W. Roorda van Eysinga, op 7 en 10 mei geschreven, maar eerst op 15 mei voltooid en verzonden. (RvE, blz. 164-166).

gedecrieerd: zwart gemaakt, in discrediet gebracht.

Adam Smith: schots ekonoom en moraalfilosoof (1723-1790), auteur van The Wealth of Nations (1776).

Say: Jean Baptiste Say (1769-1832), frans ekonoom.

W.baden, 7 Mei '72.

Beste Roorda! Als ge boos zyt over m'n brief van gister, word dan maar weer goed. Le fait est dat ik gister een ware ongeluksdag had. Een juiste beschryving van de oorzaken leidt wat ver, maar toch iets er van.

Sedert eenigen tyd werk ik veel. M'n fout, na 't verlaten van Lebak, was dat ik altyd wachtte op recht. Nu niet meer! Ik had me terstond aan 't kost- en geldwinnen moeten zetten, was dan niet gedecrieerd geworden, had me niet gecompromitteerd door armoe - want dat is schande in hollandsche oogen! - en zou verder geweest zyn! Heel laat tracht ik nu 't verlorene intehalen, en presto! Dus veel te doen!

Voor mýn doen schryf ik haastig, corrigeer haastig, heb haast met de remises voor m'n kopie, en ook met het verschynen van m'n werk. En zie, 't is of 'n duivel zich in 't spel mengde, alle ‘haastigheden’ kropen als slakken. Ik corrigeer voor drie drukkeryen. In Mill. Studiën komen 'n paar eenvoudige teekeningetjes van de speeltafel, en die malle dingen hebben me weken gekost, voor ik hopen kan dat ik ze behoorlyk in cliché kryg! De beide andere drukkeryen schynen afgesproken te hebben, me dol te maken. Ge weet hoe lang 't geleden is dat ik u 'n proef zond van het eerste vel van Vorstenschool. Welnu, dat vel heb ik nog niet afgedrukt te zien gekregen!

Maar zie, in de nieuwe uitgaaf van de Ideën komt veel voor over god, geloovery, modernen etc. en tevens over 't zwygsysteem. Ik erken dat dit me woedend maakt. Niet zoozeer tegen de zwygers zelf, als tegen hen die dat zwygen dulden ofschoon zy het niet met die zwygers eens zyn. Gy hebt m'n III bundel Ideën. Ik vraag u of ik niet recht had te verwachten dat de pers eenige notitie van dat boek had genomen? 't Publiek is stom als 't graf! Dat indisponeert!

Myn herhaalde protesten daartegen (in de Noten op de oude Ideën) liggen daar nu sedert maanden, en door 't gemaal met de drukkery verschynen ze niet. Ze zullen eindelyk komen als mosterd na 't eten. Gister weer een paar proeven beneden...correctie.

Daarop komt uw - onze - schaakverwarring! Ik schaak zeer sérieus. 't Is me een der zeer weinige middelen ter opwekking. Zóó, gis ik, dat anderen ‘borrels’ drinken. En daar kryg ik nu van u - gelyk met die mooie proeven - een blyk dat onze party naar niets lykt.

Maar ik heb nog niet alles genoemd - o in lange niet! - wat me verdrietig maakte. Dat lezen van de Kamerdebatten over de Inkomstenbelasting! Stuart Mill zegt, Adam Smith zegt, Say zegt... het maakt me misselyk!

En gy komt, à propos van ‘Hilda’, met Darwin en Salverda! Salverda ken ik niet, en ik hoop nuchter van den man te blyven, maar Darwin te noemen...kerel, hoe kom je er aan! Heden nog las ik van hem: de vorm van dat of dat deeltje der bloem is aldus: ‘opdat de insecten er de honing uit zouden kunnen halen!’ Zoo'n opdat-man te citeeren, neem me niet kwalyk, 't is modern beroerd. Verleden schreef je my dat...?... 'n professor geloof ik, ofschoon Darwinist, toch god niet durfde weggooien. Wel, Darwin zelf ook niet!

Ik heb nu geen lust het stelsel van Darwin te ontleden. Ik hoop daartoe eenmaal te komen, en wacht op tyd. Maar in weinig bladzyden hoop ik de halfheid er van te kunnen aantoonen. De man heeft den moed niet, iets geheels te leveren. En z'n kinderachtig aannemen van reizigers-berichten, waarvan een groot deel onbewezen is, en 'n ander deel bewysbaar onwaar...

Nu, we laten Darwin nu daar! Zeker is 't dat ik met het oog op 't zwygsysteem waarmee men my smoort, het land heb aan dat citeeren van allerlei vreemde trompetters.

In den geest van Darwin nu, heb ik niets geleverd - ja toch, maar ik ga dit voorby - ik concurreer niet met hem. Maar als er sprake is van stryd tegen een modernen knoeier, die Constantyn aanvalt omdat deze 't heeft durven wagen een atheïstisch meisje niet te laten sterven in 'n hoerhuis - dáárin nam. zit de heele wrok - dan meende ik dapper genoeg dat modern geknoei te hebben aangetast, om niet geïgnoreerd te worden.

De beschuldiging dat ik op den voorgrond schyn te willen staan, ligt voor de hand. Welnu, dat is in 't algemeen juist andersom. Maar in dit geval grieft het my,


1o als miskenning van m'n streven,
2o om den triumf der van Gorkummen!

Immers, hoe gepast wordt hún zwygen, als zelfs m'n vrienden my niet noemen, juist daar waar ieder myn naam verwachten zou!

Zulke dingen maken me - by wyze van spreken - moedeloos.

10 Mei '72.

Beste Roorda, gister kreeg ik je kwaaie brief. Ei, wil je juist heen reizen waar ik niet ben? Dat hoop ik je te beletten! Ik wou juist dat je by my in de buurt was. Proces wegens hoon? Ik ril als ik denk aan rechtsmenschen of rechtszaken. Ik ben er vies van! Van Lee? Ik ken hem maar zeer oppervlakkig, maar zou bang zyn hem nader te leeren kennen. Ik houd hem voor zeer oprecht in dien zin namelyk dat z'n trekken en manieren vry trouw tegen hem waarschuwen. Je boutade over 't vertrekken naar 'n land waar ik niet ben, is... komiek. Neen, we zouden niet dikwijls twist hebben. In allen geval hecht ik zeer aan je. Schort je oordeel over: genoemd worden willen, op. 't Is onmogelyk dat ge dit inziet zoo als 't in my is. Ik heb juist zoo'n hekel aan schryvers-kameraderie, en eigenlyk aan álle geschryf... misselyk! Myn grief is dat ge van Gorkum zoo'n plezier doet!

Let wel dat het atheïsme van Kroner indedaad zwak is, en dat ge hem (v. G.) beau jeu geeft.

Maar ook heden heb ik 't weer mal druk. Daar liggen 4 vellen kleine druk ter correctie. Bovendien wacht ik iets dat niet komt (geld dat onder weg moet zyn). Dit alles irriteert!

En 'n bericht dat Funke m'n Vorstenschool eerst denkt te doen verschynen in September. Ik begryp niet waarom.

Uw klacht dat ik u geen voldoening gaf voor etc., wordt opgelost door de onophoudelyke serie van tegenspoed, dan in 't schryven, dan in 't corrigeeren, dan eindelyk in 't verschynen van m'n werk. Ik heb wel 100 punten onafgedaan op m'n agenda, en word gedurig belemmerd in 't afdoen.

Ik wil uw vriend zyn en blyven. Dit verklaar ik uitdrukkelyk, en ge zult me, met of zonder booshedens, vereeren met daarop staat te maken. Let wel, dat ik geen enkelen ‘vriend’ heb. Ik zou buiten u niet weten, wie? En dat hoeft ook niet.

Wees met de uwen zeer hartelyk gegroet.

t.t.

D.D.

Ik hoop altyd eens 'n dag of 14 met u zamen te zyn. Ik heb 'n vervloekten hekel aan schryven. 't Is zoo onvolledig, en baart altyd misverstand, altyd. Nu byv. Ik kan me zoo begrypen hoe ge meent dat ik ‘genoemd’ wil worden. Ja, maar volstrekt niet om dat noemen. Integendeel, 'k heb 'n hekel aan publiciteit. Maar in 'n paar zaken: Indische beroerdheid en moderne knoeiery, kan ik niet velen dat men 't m'n tegenstanders zoo maklyk maakt my te ignoreren. Dát is het!

Weldra krygt gy de Asmodee, en Los en Vast. 't Wacht op iets. Ja, ook Sierlyk Maleisch. Dat is 'n kostelyk stuk, en van wyder strekking dan oppervlakkig schynt. Zúlke charlatanerie heerscht overal! 't Is typisch.

Met ‘sierlyk’ nederlandsch bederft men 't Recht, den Staat, het Volk, alles. Ik wou graag uw stuk behandelen, maar kan alweer niet zeggen wanneer.

Woensdag.

Deze brief lag al sedert 4 dagen gereed, en wachtte... op 'n postzegel! Ziedaar ook de oorzaak dat ik u Los en Vast niet terug zond en Sierlyk Maleisch.

Door 'n onverklaarbare handelwys van Plet zit ik sedert 8 dagen zonder 'n cent. Dat maakt bitter.

Schryf hem hierover niet. Ik wacht met elke post opheldering. Ik kon geen brief of zelfs drukproef verzenden. Zes dagen werkeloosheid, en ik die geen minuut missen kan!

Heden leent my m'n propriétaire geld. Ik heb dus eindelyk zegeltjes, Maar werken kán ik niet.

Geen woord hierover aan Plet s.v.p. De oorzaak zal zyn: zoogen. wellwillende bêtise.