Multatuli.online

26 april 1872

Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Dubbel velletje postpapier, tot onderaan blz. 3 beschreven. (M.M.)

De laatste regel staat ten dele in de rechtermarge.

Wiesbaden 26 April 1872

Waarde heer Funke, Ik heb 't (prettig) druk en zou ook aan U veel te schryven hebben. Maar later! Ik heb byv. nog geen tyd gevonden om u 'n lystje te zenden van de pres. Exx. van de Bruid. Toch zal ik dit doen. 't heeft z'n nut.

Maar nu iets dat in zoover haast heeft, om accoord te gaan in opvatting over zekere zaak: 't corrigeeren van den herdruk.

Och, wat zou praten makkelyker zyn!-

Gister middag kreeg ik vel 11. Ik corrigeerde gister avend ééns, heden ochtend weder, en geloof er mee klaar te zyn, zoodat de proef gelyk met dezen aan H & W gaat.

Maar zie, er komt 'n kleine verzetting in, bovendien 'n paar (nieuwe) nootjes, en er zyn nogal veel veranderingen. (Niet door de schuld der Drukkery, dát moet ik erkennen)

By 't verzenden van zoo'n proef, met 'n rand vol arabesken, ben ik... ongerust! Ik zou graag geld toe geven om 'm nogeens te zien. En onlangs met vel 10, verzocht ik dat dan ook.

Doch zie, ik weet of begryp dat gy behoefte hebt aan spoed, ook inverband met Uwe conditien van betaling aan H & W. Misschien hebt ge slechts recht op ééns proef enz.

In 't kort, ik ben bang misbruik te maken, vooral omdat daarby beschouwingen komen die me bezwaren.

Ik vind dat ik de eerste correctie, waarvoor ge my f 400 betaald hebt, niet accuraat genoeg heb gemaakt. Onder 't corrigeeren vloek ik op myzelf. De reden van die slordigheid doet er niet toe, (Ik was toen half suf, na veel leed. En ben dóór die correctie, na 1½ jaar tobbens, weer aan 't werk gekomen)

2e 'T is Uwe schuld niet, dat ik te Wbaden woon, en dat er met die correctie zooveel gemaal is. (Maak hieruit niet op, dat vel 11 niet goed, of zoo byzonder slecht is, o neen! Ik spreek in 't algemeen.) -

Tegenover die beroerdheden staat, dat ik

1. Het corrigeeren, aanvullen, verbeteren, afzenden &c met genoegen doe. Al kreeg ik 'n vel 10 keer terug, 't zou me niet verdrieten. Integendeel!

2. Dat het te veronderstellen is (te hopen altans) dat uw eigendom dóór die correctien in waarde stygt.

De vraag is nu deze:

Is het terugvragen van een proef (als ik daartoe aanleiding vind) 'n indiscretie, of 'n deugd in uw uitgevers-oogen?-

Om u tot oordeelen in-staat te stellen, schryf ik nu op blad 11: ‘aan den heer F.’ Antwoord me dus S.V.P., ná dien rommel gezien te hebben, en maak dat ik weet, of ik my over zulke dingen moet bezwaard gevoelen?

En, als ge by 't zien myner correctien en aanvullingen denkt: Wat duivel, waarom dan niet terstond die veranderingen gemaakt? (Zeer gegrond!) zend me dan de heel boutiek terug. Dan ga ik weer aan den gang, en zal beter m'n best doen. M'n hoofd is veel helderder, dan toen ik met u begon te werken.

Nog altyd geen proef van vel 3 Vorstenschool-

Wees heel vriendelyk gegroet van

t a v.

DD

Om 'n zeer byzondere reden vraag ik de corrigeerde proef van vel 11, ditmaal terug. Die reden staat niet in-verband met u of Drukkery Ik moet ze gebruiken voor Roorda te Brussel met wien ik 'n correspondentie heb over m'n manier van werken. Zoo zend ik hem ook dezer dagen veroordeelde blaadjes kopie. De kopie die van my naar de pers gaat is dikwyls de zevende of achtste. Ik werk - niet moeielyk zoo zeer - maar heel omslachtig, en ben nooit tevreden. Ik schryf tienmaal meer dan de drukkery te zien krygt.

Ook nu heb ik voor bundel IV zeker 8, 10 vel kopie liggen, maar... nog niet persklaar. Toch zal ik morgen 1 of 2 vel verzenden, hoop ik. Wilt ge my Los & Vast zenden? 't N waarin V. Gork ‘Hilda’ aanvalt? Maar, eilieve, schryf zulke dingen op. Anders durf ik niet te vragen. En ik heb veel te vragen. Maak me tot 'n klant! Dat vind ik prettig.