Multatuli.online

23 november 1871

Brief van G.L. Funke aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier met gedrukt kopje, geheel beschreven. (M.M.)

Thor: Thorbecke; zie Idee 452, V.W. III, blz. 148-184.

e.t.q.: et tutti quanti, en zoveel méer (lat.)

Amsterdam, 23 Nov 1871.

Waarde Heer Dekker!

Dat Ge niet in alle opzichten tevreden kunt zijn over Uwen Arbeid van 8 à 10 jaar geleden, bevreemdt mij niet. Welk verstandig man wenscht niet het verledene met de ondervinding van 't latere nog eens te doorleven, om alles beter en volmaakter te kunnen doen? Doch dat is nu eenmaal niet anders en 't gaat gelukkig den meesten zwaar van de hand om, net als zekeren theol. doctor, om de 12 maanden een gewijzigd dogma te preêken, neen! te laten drukken. Ik heb er altijd voor gevreesd dat het herzien Uwer boeken voor de pers, U in grooten tweestrijd zou brengen, maar niettemin geloof ik dat Gij, zoowel als Uw papieren kinderen, de harde kuur moet doorstaan, ook al wordt Uw smaak hier of daar geweld aangedaan of Uwen kinderen ergens een tronk weggekapt en een nieuwe spruit op den ouden stam geplant. Zoo b.v. vallen U stellig doode takken in 't oog in de ideën over Zaalbergerij. In deze dagen zoudt ge onmogelijk over Thor en Zaalberg dát kunnen zeggen wat Ge onder velerlei invloeden 10 jaar geleden hebt uitgestort. Die denkbeelden worden echter door publiek beoordeeld in 't licht van hun tijd. Voor het nageslacht, dat b.v. die belachelijke historie van Zaalberg's op- en ondergang niet meê doorleefd heeft, hebben Uwe kritieken slechts een historische en letterkundige waarde; hetzelfde, maar in veel minder opzicht, geldt van Uwe kritiek van Thorbecke's Schetsen, voor den toestand van 't Volk, e.t.q. - Dat Wouter U blijft bevallen, is geen wonder. Over 100 jaren zal zijn beeld met het grootste deel zijner omgeving even waar zijn als nu. Jammer, dat Ge die portretten niet wat langer liet leven, en dat ze zoo verstrooid staan onder de massa andere denkbeelden!

Ik gevoel heel goed dat wijzigen naar de behoeften en toestanden van onzen tijd, een reuzenwerk, en U onmogelijk zou zijn. Mij komt het daarom 't best voor om behalve verbeteringen in de redactie hier en daar, nu en dan een noot te planten met Uw gewijzigde gedachten over minder belangrijke punten of zaken die heel korte bespreking behoeven. Daar, waar Ge veel bij te voegen hebt, zoudt Ge Uwen lezers kunnen verwijzen naar den 4n. bundel, waarin Ge dan naar hartelust een interessant thema op nieuw kunt bekijken. Bij zoo'n gelegenheid kunt Ge er ook eens op wijzen welk een verbazende ommekeer er kwam in de ideën van sommigen, zooals b.v. Mr. Wintgens, en hoe men geregeld ploegt op Uwen akker, die men vergeten waant, (maar die ik wel met telkens nieuwe ruikers onder 't publiek hoop te brengen). Men erkent U nu reeds voor den vader der thans heerschende denkbeelden over indische zaken en er zal een tijd komen dat men U het vaderschap van nog heel wat meer ideën zal toekennen, al is de vooruitgang ook niet zoo als Gij met recht had gewenscht.

Wat de spelling betreft, ben ik blijde dat Ge een ‘stelsel’ aanneemt, al is er op dat ‘stelsel’ ook veel aan te merken. Verklaar ronduit dat Ge meedoet omdat het oog van 't publiek in die woorden met één o of één e een ergernis neemt en Ge te hoog staat om ook de kleinsten door zoo'n bagatel te willen mishagen. Men zal U begrijpen, en vrij wat geleerden, die lachen om De Vries en te Winkel, volgen hun spelling om dezelfde reden. Wilt Ge dan in Uw nieuwen bundel Ideën nog wat curiosa over de taalkennis van die HH. ten beste geven, dan doet Ge wél en ‘men’ zal die wenken zeker behartigen, als weêr eens onze spelling gewijzigd wordt, iets, dat stellig naar veler meening gebeuren zal, lang vóór 't compleet worden van 't Groote Woordenboek onzer taal.

Zeer waar is het dat mijn editie minder mooi van letter is dan vHelden's 3e bundel, maar Gij gevoelt dat kan niet anders. Om Uwe geschriften algemeen gelezen te krijgen, moet ik ze goedkoop uitgeven. Toch heb ik plan den nieuwen druk Uwer Ideën zonder prijsverhooging op beter papier te geven dan de vorige, opdat de letter fraaier uitkome. Ook zal ik Uw 4e. bundel zoowel in groot 8. als in postformaat geven, dan kunnen de liefhebbers van 't schoone in den uitwendigen vorm Uwe boeken in bibliotheekformaat en de luî met goede oogen maar met weinig geld de editie in kleiner formaat nemen. Hoewel de 3e bundel (die nu algemeen in Commissie is gezonden en waarvan ik omtrent het succès nog niets bepalen kan) in elk geval lang niet uitverkocht zal zijn, wenschte ik tegelijk met den herdruk van den 1n. en 2n. ook dien van den 3n. bundel aan te kondigen. Spreek daarvan dus gerust in Uw voorbericht. Dit voorbericht behoeft evenwel niet dadelijk gezet te worden zoo Ge soms bij 't begin van den herdruk nog niet precies weet wat er in te zeggen of te zwijgen.

Hartelijk groetend

Uw toegenegen

GLfunke