Multatuli.online

29 december 1869

Brief van Multatuli aan de firma Enschedé te Haarlem. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (Museum Enschedé, Haarlem; fotokopie M.M.)

dinsdag 29 Decr 1869

WelEdelen Heeren

Joh. Enschede & Zonen

Haarlem.

WelEdele Heeren,

Ik bevind my tegenover UWED in eene moeielyke positie, die te drukkender geworden is, omdat ik verzuimd heb U in tyds te zeggen wat ik op 't gemoed had.

Hierin alzoo volmondig schuld bekennende, blyft my niets over dan ronduit te zeggen hoe de zaak staat om niet weer, op eene zeer karakteristieke en doeltreffende wyze, te worden gestraft door het ontvangen van een Honorarium, dat my niet toekomt.

Het bedrag dat UWED my maandelyks voor myne vry-onbeduidende berigtjes van den Ryn deed geworden was met het oog op de waarde van het geleverde, ruim, maar geenszins in evenredigheid met de moeite die 't my kostte, steeds zóó kleurloos te blyven, als de eigenaardigheid van Uw blad vereischt.

Het is UWED bekend, hoe ik vroeger heb getracht de eischen der Haarlemmer Courant eenigermate in overeenstemming te brengen met eene wyze van werken die my beter voegt, dan het mechanisch overnemen van de nieuwsberigten uit andere bladen, en hoe ik door de beredeneerde mededeeling van beschouwingen uit een der brandpunten van de politieke wereld in Duitschland, gepoogd heb myzelven schadeloos te stellen voor 't geestdoodend relateren der meening van anderen.

Met het oog evenwel op aanmerkingen (als van Dr Hartsen) onthield ik my van overdryving dezer methode, en ik getroostte my even vaak het naschryven uit Kölnische Zeitung en dergelyke bladen, als ik my vermaakte met het geven van opmerkingen die iets minder rieken naar de gemeenplaats-fabrieken waarin de gewone Duitsche Couranten vervaardigd worden.

Toch bemerkte ik - in October reeds - dat myne berigtjes zeer dikwyls niet geplaatst werden, en dit geschiedde zoowel met overgenomene als met de meer oorspronkelyke stukken.

Ik wist dus indedaad niet, hoe myn arbeid wezen moest, om niet door de Haarlemmer Courant verworpen te worden, en daaruit vloeide zekere wrevel voort, die my - zeer ten onregte, dit erken ik, maar onnatuurlyk was het niet - jegens UWED onbeleefd maakte. Het is alzoo onder beleefde terugaanbieding der laatst ontvangene f25,- dat ik daarvoor verschoning verzoek.

Ten slotte heb ik de eer andermaal my by UWED aantebevelen voor eene overeenkomst aangaande het leveren van periodieke opstellen van staatkundigen [*)] of staathuishoudkundigen aard.

Het zy verre van my, eenig oordeel te uiten over eene zaak die UWED zoo goed toevertrouwd is als het handhaven van Uw blad op de hoogte waarop het sedert eeuwen geplaatst is, doch indien eene vraag geoorloofd ware, zoude het deze zyn, of niet juist het verloop dier eeuwen tot zekere wyziging noopen zoude? Na beleefde groet, heb ik de eer met de meeste hoogachting te zyn

UwEdDWDienaar

DouwesDekker