Multatuli.online

13 augustus 1869

Brief van Multatuli aan de firma Enschedé te Haarlem. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 beschreven. (Museum Enschedé, Haarlem; fotokopie M.M.)

s Gravenhage 13 Augs 1869

WelEdelen Heeren

Johs Enschede & Zonen

Haarlem.

WelEdele Heeren!

Naar aanleiding van de welwillende beleefdheid, my blijkbaar uit het dagelyks ontvangen Uwer Courant, neem ik de vryheid UWED te vragen of ik uit die vriendelijke bejegening mag opmaken dat het UWED aangenaam wezen zoude, als vroeger mijne berigtjes te ontvangen?

Wat mij betreft, ik beken ronduit dat ik dit gaarne doen zoude, maar liever nog zag ik mij belast met de meer uitgebreide Rubriek: Duitschland.

Ofschoon de aan Uwe Courant eigene objectiviteit natuurlijk moet behouden blijven, zoude ik UWED evenwel ter voorkoming van vitteryen als van Jhr Hartsen, in overweging geven het Publiek te prevenieren dat bedoelde rubriek door Uwen ‘Particulieren Correspondent’ bewerkt wordt. Mijnenthalve mag mijn naam daarbij genoemd worden, doch ik weet niet of dit UWED convenieert.

De waarheid is, dat er mogelijkheid wezen zoude, steeds objectief blijvende, aan de berigten uit Duitschland iets meer pikants medetedeelen dan door het afschrijven der entrefilets van de Rijnsche bladen.

De geheele zaak komt neder op de vraag, of de eens vooral vooropgestelde verklaring: ‘Wij lezen in den brief van onzen Correspondent,’ niet even factisch [1.] factisch: feitelijk. waar is, als het fade [2.] fade: halfhartig (fr.): ‘men leest in dat of dat - vaak onbeduidend! - blaadje?

Na beleefde groete heb ik de eer met hoogachting te zijn

UWEDDWDienaar

DouwesDekker