Multatuli.online

Lijst van brieven op datum

5 februari 1867

van

J. Etzerodt-van Vloten

aan

Arie Cornelis Kruseman (bio)

 

Volledige Werken. Deel 24. Brieven en dokumenten uit het jaar 1887. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1839-1886 (1995)

terug naar lijst

* 5 februari 1867

Brief van mevr. J. Etzerodt-van Vloten aan A.C. Kruseman. (U.B., Leiden).

Brussel 5 February 1867

rue de Ligne 37.

Waarde Heer Kruseman

Mijn schrift mag u onbekend zijn; mijn naam is het niet, en daarom aarzel ik geen oogenblik mij tot u te wenden, vertrouwende in u de persoon te vinden die eene ongelukkige helpen kan en helpen wil. Ik schrijf u onder den indruk van diep medelijden voor Mevrouw Douwes Dekker. Zij moet dadelijk geholpen worden of het is te laat. Eenige uren geleden krijg ik tijding van haar door mijne schoondochter; [1.] schoondochter: Stéphanie Omboni-Etzerodt, in feite de stiefdochter van de briefschrijfster, de tweede echtgenote van A.F. Etzerodt. Mevrouw Dekker heeft binnen korten tijd vijf maal bloed opgegeven. Wil men haar leven verlengen dan moet zij boven alles rust hebben; hare tegenwoordige positie maakt dit onmogelijk; zij is van 's ochtends 7 uur tot 's avonds 10 in het kostschool werkzaam, de doctor dringt er op aan dat aan zulk een vermoeyend leven een einde komt en dat zijn raad niet uitgesteld moet worden. Nu weet u in korte woorden genoeg. Dadelijk schoot mij de goede gedachte te binnen om aan u te schrijven waarde Heer Kruseman. Zoudt ge niet een circulai-re kunnen laten drukken? Mij dunkt dat zoo iets door u onderteekend veel invloed kan hebben. Ik weet dat eenige tijd geleden gedrukte lijsten zijn rond gegaan om inschrijvingen voor Mevrouw Dekker te krijgen maar ik heb nooit gehoord of onze landgenooten ruim gegeven hebben. In ieder geval komt het mij zeer noodig voor om in deze zoo treurige omstandigheden nog eens aan te kloppen en nog eens. Ik ben vast overtuigd, dat uw hart, uw stijl en uw naam weerklank zullen vinden. Er moet zoo veel bijeengebragt worden dat Everdine zoo spoedig mogelijk twee kamers kan huren en onafhankelijk van het kostschool worden. Maar het geld zou niet aan haar zelve moeten gestuurd worden maar aan de bankier Brot aan wie men tot nu toe de giften voor haar gezonden heeft; hij zou haar wekelijks een vaste som uitbetalen. Mijne schoondochter raadt genoemde wijze van geven als de beste aan want de arme Mevrouw Dekker heeft even als haar man duidelijk blijken gegeven van hare onkunde omtrent geldelijke bestiering.

Het zoude mij veel genoegen doen bij gelegenheid een gunstig antwoord van u te kunnen ontvangen.

Mogten verdere inligtingen noodig zijn dan schrijf ik dadelijk naar Milaan om dezelve te bekomen. En hiermee eindig ik u en Anna regt hartelijk de hand drukkende en in de hoop u in het voorjaar met mijn dierbare echtgenoot een bezoek te brengen. Geloof mij intusschen met hoogachting en vriends[chap].

Julie Etzerodt van Vloten