Multatuli.online

11 januari 1867

Brief van Multatuli aan Cd. Busken Huet. Dubbel velletje postpapier, waarvan éen bladzijde beschreven. (M.M.)

Coblenz, 11 January 1867

Waarde Heer Huët, Ik ontving zoo even de f50. Ik dank U voor de bezorging, en behoef u niet te zeggen hoe leed het my doet dat gy u daarvoor moeite hebt moeten getroosten. Neen zeker, als de zaken zoo staan, hoop ik hartelyk dat het niet weer gebeurt. Begrypen kan ik 't niet, maar er is zooveel dat ik niet begryp.

De kopy myner brochure ligt reeds sedert een paar dagen te Amsterdam. Zy zal dus weldra uitkomen. Ik ben er niet tevreden over. Men heeft al de snaren van m'n luit gebroken, op één na, en die klinkt onaangenaam. Als ik niet proeven moest corrigeren van myn geschryf verzeker ik u wel dat ik me wachten zou er iets van te lezen. Maar men kan niet meer geven dan men heeft al zy 't dan ook alleen alsem.

Wees met uwe vrouw vriendelyk gegroet van

t.a.v.

Douwes Dekker

Zoodra mogelyk zal ik u myn nieuw adres opgeven.