Multatuli.online

Lijst van brieven op datum

7 april 1866

van

Julius de Geyter (bio)

aan

R.C. d' Ablaing van Giessenburg (bio)

 

Volledige Werken. Deel 11. Brieven en dokumenten uit de jaren 1862-1866 (1977)

terug naar lijst

7 april 1866

Brief van J. de Geyteraan R.C. d'Ablaing van Giessenburg. Dubbel velletje postpapier, tot onderaan blz. 2 beschreven en als vouwbrief verzonden. Op blz. 4 het adres: Den Heere R.C. Meyer, Kalverstraat, 246, Amsterdam. (U.B. Amsterdam; fotokopie M.M.)

Antwerpen, 7n April 1866.

Waarde Heer d'Ablaing,

Ik heb uwen brief aan den heer Scheefhals, boekhandelaar hier ter stede, laten afgeven, en die heer heeft mij verzocht, U met mijn antwoord het inliggend briefje te willen overmaken.

Ik kan U den heer Scheefhals in gemoede aanbevelen als een solied boekhandelaar. Zoo, ten minste, komt hij mij voor, sedert zijn aankomen alhier, en dat ook denken andere menschen over hem.

Zijn briefje heb ik gelezen; het schijnt mij echter dat er voor U en hem meer te winnen zijn zou bij het aanplakken eener affiche op onderscheidene plaatsen en eenige kleine kosten van dagbladannoncen, dan met het enkel te koop leggen van Multatuli's werken, zonder de minste kosten.

Maar ook dit laatste ware al veel. Misschien weten wij hier meer over Multatuli's toestand en over Tine's vertrek uit Brussel dan de Noord-Nederlanders. Misschien ook wel zal de geniale man alhier meer ondersteuning vinden dan in Holland, dat hem voor dank weinig meer gaf dan woorden.

Waagt het maar, waarde Heer d'Ablaing, zijne werken in België te plaatsen; ik zou mij grootelijks moeten bedriegen, of de uitslag zal uwe verwachting beantwoorden.

Persoonlijk zal ik veel gerucht maken om zijnen naam. Daartoe is mij echter de vrijheid noodig, bij voorbeeld in 't Nederduitsch tijdschrift van Brussel, brokken uit zijne werken over te nemen. Mag ik dat? Mag ik voor de eerst komende aflevering het verhaal over de Sainte Vierge, uit de Ideën, laten overdrukken? Mag ik, voor eene volgende aflevering, nogmaals iets overnemen, doch kleiner? Natuurlijk voorafgegaan en gevolgd van beschouwingen welke den lezer zullen nopen tot het koopen van 't werk zelf waaruit het is getrokken. Met de hoop op een gunstig antwoord, en het verzoek het hierin gesloten briefje aan Mevrouw D.D. te willen bezorgen, heb ik de eer te zijn

Uw hoogachtend

Met haast.

J. de Geyter