Multatuli.online

Waarschijnlijk 9 maart 1863

Brief van Multatuli aan Mimi. Afgescheurd velletje postpapier, geheel beschreven; de laatste alinea bovenaan en op de kop. (M.M.)

De datering, in handschrift van Multatuli, is blijkbaar later aangebracht.

Marie: Marie Anderson.

Mina: Mina Deiss.

(Ik denk 9 Maart)

Lieve Mimi, Dank voor je briefje. Ik ontroerde toen ik je hand zag. Ik had expres in geen twee maanden 't pakketje geopend waarin je brieven van vroeger - toen je nog schreef! 't Is me alsof je dood bent. Wat ik voor je voel is niet te beschryven. Is Uw Vader in staat U weêrtegeven wat hy U en my ontneemt? Ik hoop het maar 'k geloof het niet.

Die trouwe edele Marie weet het hoe ik aan je denk. Och, eergister deed ik haar eene confidentie (vry delicaat en geheim) en 'k kon niet laten er by te zeggen ‘Wat smart het my dat je dat niet moogt overzeggen aan haar.’ Och Mimi 't is my zoo bitter. Als 't donker is maak ik een beêvaart naar je huis - als 't heel donker is, o zoo dikwyls. Ik - neen geen woord meer dag lief kind. Och 't is zoo bitter.

Ook weet ik niet of je wel je pligt doet, maar dat moetje eigen gemoed uitwyzen. Ik mor.

Overigens ben ik wel en opgeruimd.

dag myn kind.

Als je wist wat het my kostje niet te schryven, niet meer dan dit! 't Is een ware heldendaad. Je speelt een zonderling weemoedige rol in m'n gemoed. Levend dood voor my. Doe je pligt, goed, als 't je pligt is! -