Multatuli.online

Lijst van brieven op datum

8 december 1859

van

Multatuli

aan

Tine Douwes Dekker-van Wijnbergen (bio)

 

Volledige Werken. Deel 10. Brieven en dokumenten uit de jaren 1858-1862 (1960)

terug naar lijst

* 8 december 1859

Brief van Dekker aan Tine (Brieven IV, blz. 29; Brieven WB IV, blz. 17). Met A.C. is bedoeld de ‘Amsterdamsche Courant’.

Donderdagavond.

Lieve beste Tine! Ik ben nog al opgeruimd, want ik heb gedaan wat ik kon. Gister zond ik een brief aan v. L., en hij, die een perfecte kerel is, zond dien aan R. met een flink bijschrift. Hij zegt: ‘pas op, vriendje, ik verzeker je dat D.D. een man is, en als je hem wat lang laat wachten maak je hem ongeduldig en dat raad ik je niet aan.’ Hoe vind je dat?

Van morgen vroeg ging ik uit naar de Bull, want ik wou wat schrijven en op deze kamer in 't logement kan ik niet schrijven (om veel redenen, te veel om te noemen.) Die de Bull is allerliefst.

Ik kan er niet genoeg van zeggen. Kortom ik bleef daar een uur en maakte een tweede artikeltje voor de courant. Dat heeft alleen de strekking om R. te doen zien dat ik wakker ben. De Bull stelt zich ter mijner beschikking, en het Handelsblad eigenlijk ook, maar dit laatste wil mij alleen voor zich hebben om tegen den kandidaat van de A.C. te stellen. Dat wil ik niet. Hartsen was zijn woord aan Baud kwijt, en nu zou het niet mooi van mij wezen als ik door de ingenomenheid van Tydeman, die opgewekt is door v. L., misbruik maakte van den politieken strijd om v. L. in het vaarwater te zitten. De zaak is zóó. En v. L. en Hartsen en Tydeman (dat is dus de twee partijen) wilden mij in de kamer hebben; v. L. zelf was naar Tydeman gegaan en er was reeds overeenstemming. Maar zie, daar stelt zich op eens Baud op de rei, en de partij van Hartsen heeft zedelijke verpligting om dien te steunen, v. L. zeide mij ronduit dat hij in den brand zat. Ik heb dadelijk gezegd dat ik mij dan terugtrok (voor ditmaal.) Maar Tydeman die tegen Baud is, wil mij nu gebruiken om Baud te dooden. Hij spoorde mij aan tot publiciteit, dadelijk, en nam als het ware op zich mij er door te slepen. Dit nu mag ik uit delicatesse niet doen.

Mijn geschrijf in de Courant heeft dus niet de strekking om nù lid van de Kamer te worden, doch (in overeenstemming met v. L.) om R. bang te maken dat ik het nu of later worden zal. Die de Bull is zoo lief. Hij vraagde mij uw adres om u die Courant te zenden. Gij en Jan zult verwonderd wezen over de onbeduidendheid van dat artikel. Ik kan dat alles nu zoo niet uitleggen. Mijn volgend artikeltje is iets lastiger. Dat is alles besproken met v. L. Alles heeft zijn reden. Ik kan die menschen niet genoeg roemen. Hartsen heeft mij den ‘Max’ laten vragen.

Lieve Engel begrijp eens wat de Bull vandaag zeide? Juist wat gij mij voor een paar maanden hebt geschreven: dat ik zooveel had van Mirabeau! Herinner je, je dat nog? Waarin had je juist iets over Mirabeau gelezen? Was dat in de Revue des deux mondes? Kortom, ik ben ingenomen met de opinie van die heeren. Zij meenen dat ik veel zal kunnen uitrigten in de wereld. En die meening is de eerste stap. Want die meening geeft kracht. Kracht op dubbele wijze. In mij door zelfvertrouwen, door meegaandheid van wie aan die kracht gelooven. Ik ben vol moed. Als ik spreek van geldelijke zaken, zeggen zij: maal dáár nu niet over, dat komt later!

't Zal mij benieuwen wat R. nu zal antwoorden. Hij moet nu haast maken. Als hij zegt: neen, ga ik werken, maar dan moet ik eene andere kamer hebben en misschien in eene andere stad, want Amsterdam drukt mij.

Ik drink elken middag een kwart flesch wijn en anders gebruik ik niets, maar die wijn is goed voor mij zeggen ze. Ik vrees zoo, dat je mijn artikeltje over Stolte zoo flauw zult vinden, maar beste het moet zoo wezen. Het was als het ware opgegeven werk en v. L. was er heel tevreden mee. Er moest uit blijken:

1o. dat ik er ben.
2o. dat ik geen afbreker ben, want ik prijs Stolte, die een man van behoud was.
3o. dat ik, die de praktische ondervinding aanbeveel als bijkomend element, niettemin prijs stel op studie, ja dat ik studie hooger stel.
4o. dat ik evenmin een volbloed behoudsman ben, want ik zeg dat ik zoo vaak van Stolte verschilde.

En vele andere beschouwingen meer, te lang om te noemen.

Dag beste beste kind. Dag alle jongens. Schrijf mij nog Poolsche koffijhuis.

Laat aan Jan lezen wat ik schreef, want hij zal u uitleggen wat ge niet begrijpt over die verkiezingen. 't Is een ware komedie. 't Komiekste is dat er nu eigenlijk om mij gevochten wordt. Tydeman wil mij aan zijn kant hebben. Maar ik wil aan geen kant zijn. Dat zeg ik in mijn volgend artikel. Ik wil aan geen der beide partijen behooren.