Multatuli.online

21 november 1859

Brief van Jan Douwes Dekker aan Eduard. Dubbel velletje blauw postpapier, op de vierde zijde geadresseerd: Mr. E.D. Douwes Dekker Hotel Prince Belge Bruxelles. (M.M.) Gestempeld: Amsterdam 21-11 1859; en: Bruxelles 22 Nov. 6-7 S 1859.

Eduard!

Am. 21 Nov. 59

Ik heb daar zoo even pr aangeteekenden gefrankeerden brief verzonden f 200. Kom spoedig over. V.L. heeft Rochussen geschreven maar had heden nog geen antwoord - Hij wil met handen en voeten uwe zaak voorstaan en verzekerde mij onuitgenoodigd dat hij al zijn invloed in uw belang zal aanwenden. Hij zeide mij zijn zoon (aspt ambt. 1 kl) met een en ander bekend te hebben gemaakt, en hem gezegd te hebben. ‘Ik wenschte mij die zaak aantetrekken met klem maar misschien zal men later u daarvoor donderen! Zijn zoon antwoordde Pak het aan. -

Hij wil u leeren kennen, zegt ik wij vertrouwelijk veel zeggen maar niet schrijven. Het gure weder heeft hem terug gehouden u te bezoeken dat zijn plan was en is. -

Ik geloof dat uit een en ander wat goeds voor u moet komen - Maar om Gods wil verschop niets. -

Ik help u maar waarachtig met moeite. Geloof dat wij voor onze kinderen niet aanschaffen wat doelmatig zou zijn. misschien noodig omdat - enz -

Jan -

Ik zond u Zaturdag avond f 50- hebt ge die ontvangen? -

Ook de beoordeeling van v. L. over M.H. -

v. L. meent dat uwe schuldeisschers u niets kunnen doen. Hij is en extase over uw boek. -

Kom onmiddelijk.