Multatuli.online

6 mei 1856

Brief van A.J. Langevelt van Hemert aan Dekker. Dubbel vel postpapier, waarvan twee bladzijden beschreven. (M.M.)

Op de vierde bladzijde geadresseerd: WelEdGeboren Heer E Douwes Dekker Batavia. Links onder staat: p.f., afkorting van par faveur. In ander handschrift is toegevoegd: Rotterdamsch hôtel.

nootje: afkorting van sinjootje, jongeheer.

Rangkasbetong, 6 mei 1856

Waarde Dekker!

Naauwelijks durf ik mijne brieven meer aan u te adresseren daar ik bevreesd ben zij niet teregtkomen, ik zend dezen u dan door toedoen van een ander.-

Bij het nazien van de stukken die in het kantoor door u zijn achtergelaten ontbreken de inlandsche conduite staten met uitzondering van die ik in het begin van dit jaar heb ingediend. Ik herinner mij zeer goed dat u mij gezegd hebt ze aan Rhemrev te hebben teruggezonden doch daar heb ik ze ook niet kunnen vin-den. Bij de overgave aan den Hr Pool zal hierop gelet worden u zult mij dus ten hoogste verpligten uwe papieren eens natezoeken welligt zijn die stukken daar bij gekomen is zulks niet het geval dan zal men mij verwijten ik ze te zoek heb gemaakt.

De Resident is hier geweest om landraad te houden en alles is goed afgeloopen. Ik heb ook vernomen dat uwe scheiding vriendschappelijk is geweest dit is beter dan anders hierin herkent men weer den man van opvoeding.-

Het bestuur van Lebak begint mij zwaar te vallen, ik verlang dan ook met hart en ziel naar den nieuw benoemden-

Wij hebben het hier stil als gewoonlijk Collard laat u en mevrouw groeten.-

Ontvang waarde Heer Dekker mijne opregt hartelijke groeten alsmede mevrouw en nootjen van

uwen

Van Hemert.