Multatuli.online

22 april 1854

Beslissing van de Minister van Koloniën inzake Dekkers rekest. (Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage. Fotokopie M.M.)

Ministerie van Koloniën.

's-Gravenhage, den 22 April 1854.

Lett. A. No. 1.

De Minister van Kolonien,

Gelezen hebbende een adres van den oost-indischen Ambtenaar, met verlof hier te lande, E. Douwes Dekker, dd. Amsterdam, 16 April 1854, - strekkende ter bekoming, tot verder herstel zijner gezondheid, van eene verlenging van verlof, voor den tijd van zes maanden.

(Exh. 4/19 54 No 19)

Gelet op de verbalen van 23 Febry. 1853 La A No 2

12 Septbr. 1853 La A No 2 en

8 Decbr. 1853 La A No 1

Heeft goedgevonden:

1o. aan den adressant, bij extract dezer, te kennen te geven: dat de inwilliging van zijn voorschreven verzoek wordt afhankelijk gemaakt, van den uitslag van een door hem, van wege den Inspecteur van de Geneeskundige dienst der Landmagt te ondergaan geneeskundig onderzoek, waartoe hij eerstdaags zal worden opgeroepen.

en 2o. te schrijven:

Aan den heer Inspecteur van de Geneeskundige dienst der Landmagt.

De oostindische ambtenaar, met verlof hier te lande, E. Douwes Dekker, heeft zich, bij het nevensgevoegde adres, onder overlegging van het mede hierbij gaande geneeskundige certificaat, tot mij gewend ter bekoming eener verlenging van verlof voor den tijd van zes maanden.

Ik heb de eer Uwegestr. te verzoeken, den genoemden Amb-tenaar een geneeskundig onderzoek te willen doen ondergaan en mij, met terugzending der bijlagen dezes, mede te deelen, of de gevraagde verlenging van verlof noodzakelijk is bevonden.

De Minister voornd.

(twee parafen, van een ambtenaar en van Weddik)

Wfe