Multatuli.online

* 22 mei 1841

Brief van E. Douwes Dekker aan J.H. Scholten. Oorspronkelijk op de achterzijde van een brief van M. Wessels aan Scholten. (Archief van de Nederlandse Provincie der Jezuïeten, Nijmegen.) Afschrift in onbekende hand. (M.M.)

Hooggeachte Heer Praefect.

Ik ben er waarlyk beschaamd over dat de zoo welversnedene pen als die des Heeren Wessels door en over my in derzelver roemryke loopbaan gestuit wordt. [1.] gestuit wordt: aan Dekkers tekst ging als laatste zin van Wessels vooraf: ‘Mijnheer Dekker verzoekt mij iets achter op dezen brief te mogen schrijven, alzoo moet ik nu maar uitscheiden.’ Ik verzocht ZEd. UEw. [4.] UEw: Uwe eerwaarde. van my te begroeten. ‘Schryf zelf’ was het antwoord, en dien tengevolge ben ik zoo vry myne naam in te schryven in het aardig nieuwsbulletin der Bataviasche wereld dat ik hier voor my heb liggen. Ik wilde hier niets anders byvoegen dan dat ik naar UEw. terugkomst verlang om onder UE. goedvinden een aanvang te maken met hetgeen UEw. weet dat sedert maanden myn begeerte was. [2.] myn begeerte: R.K. doop en vormsel. By my bestaat de stellige wil en als UEw. derhalve myn voornemen goedkeurt geloof ik niet dat my iets meer in de weg staat. Caroline gaat aanstaande week naar Samarang en ik hoop, wanneer de omstandigheden zulks toelaten, haar spoedig te volgen daar ik daartoe van den Heer Versteegh [3.] Heer Versteegh: Johannes M. Versteegh, de vader van Carolina Joanna, enige tijd de verloofde van Dekker, wonende bij Semarang (destijds ook Samarang). een uitnoodiging ontvangen heb. Er is nog even zooveel plaats als noodig is om UE. hoogachtend te groeten en my te noemen

UEw. Dw. dienaar

Dekker

of EDD