24 april 1874
Brief van Multatuli aan G.L. Funke. (UB Amsterdam). Geëditeerd door UvA werkgroep-Blom (2019), zie ook Over Multatuli 58 (2007), p. 61. W.v.E.: Werdmüller von Elgg, bediende van Funke. Nederlandsche Kunstbode: tijdschrift dat verscheen in de periode 1874-1877 en 1879-1881 ‘tot opwekking, aankweeking en veredeling van den Nederlandschen kunstsmaak en schoonheidszin.’ Jaargang 1, nummer 5, 20 april 1874, pagina 36-37: ‘Eenige harde, maar ware woorden over Mina Kruseman en haar roman.’ Q.: De anonieme schrijver van een ingezonden stuk in de Arnhemsche Courant (12 december 1870, nr. 5205; vw xiv, p. 264-267). Vrije Studie: Studentengezelschap in Delft.
Wbaden 24 april 74
Waarde funke,
Ik ben zeer onwel en bijna moedeloos. Ik heb den 16 april de f 100 die de heer W.v.E. zond, behoorlijk ontvangen.
Ik ben zoo zenuwachtig dat ik ternauwernood de pen houden kan. Dat ik u heden schrijf is hoofdzakelijk om u te verzoeken mij te zenden (p port svp)
- Van Pesch Lacroix’ Goniométrie en Trigonometrie bij Brinkman.
- Nederl. Kunstbode n° 5 waarin volgens ’t Nieuws : ‘Harde maar ware woorden over Mina Kruseman en haar 1n man, door Cd Busken Huet.’
Ik zal verplicht zijn – neen ik weet niet, maar in allen geval moet ik weten wat dit ‘1n man’ beduidt, om zoo noodig haar partij te trekken. Zou ‘t ’n drukfout zijn voor ‘roman’?) Ik zag dat uw Nieuws mij (en Vosmaer) onder de illustraties zet van de Regeering van
Willem III en wel op ’t staartje tusschen… Piet Paaltjens en Cremer! Ik verzeker [volgende pagina] u dat ik er ernstig [aan] denk – nee, ik weet niet wát te doen tegen zúlke [bestrijders]. Maar als ik weer wel ben hoop ik ’t te weten. ’t Is treurig werken op zoo’n wijs!
Hartelijk gegroet,
tt
DD
Ook las ik nu eerst het stuk van V. Vloten in den levensbode. Dat is ’n infamie! Hij is Q. die in den Arnhemmer – enfin! En dat alleen omdat zijn stuk over Vrije Studie geen opgang maakte! Kan ik dat helpen?