26 oktober 1886
Brief van P.H. Ritter aan Multatuli. De passage in blauw is geschreven door Multatuli. (M.M.). Geëditeerd door UvA werkgroep-Blom (2019), zie ook Over Multatuli 56 (2006), p. 14.
22.) f7 – f5
23.) Sa3 – c2 c7 – c5
Wanneer komen Minnebr. II?[ ] We zijn (we zijn geen Publiek, maar zeer belangstellende, en vooral dankbare vrienden; nog anders: leerlingen. –)
(als Ge wist, hoe ik elke letter, door U ze geschreven, heb van buiten geleerd – appris par coeur ) we zijn zéér verlangend.
Ik heb ’t druk. Ben moe – en zou zoo gaarne een paar dagen bij U zijn. –
Maar ik kan U en Mevrouw nog niet verzoeken mij te ontvangen. Heb zooveel werk.– Toch hoop ik begin ’87, U beiden beleefd een tweetal dagen belet, of liever geen belet, te vragen.
Och, wat heeft de Veer[ ] mijn arme fragment mal afgebroken. Nu ik het overlees bemerk ik te hebben vergeten over Synodus, exodus, methodus te spreken – en over meer. –
Veel beleefde groeten van huis tot huis. –
R. –