6 oktober 1868
Brief van Multatuli aan L. Smit. (UB Amsterdam). Geëditeerd door UvA werkgroep-Blom (2019), zie ook Keijsper (2001).
den Haag 6 October 1868
WelEDHeer
L. Smit
Kinderdijk
Zeer waarde Heer Smit,
Ik ben zoo vrij UED te vragen of ik aanstaanden vrijdag, voor en na den avond van den Heer Helleman, bij U mag… afstappen, wou ik zeggen, maar dat gaat niet. Het zou lijken, of ik van plan was te paard te komen. Nu de zaak komt hierop neder dat ik bij die gelegenheid alweder Uwe gastvrijheid inroep. Ik denk dat U, in geval het niet schikte mij te ontvangen, wel voor mij zult willen zorgen. Ik zal maar niet bepalen met welke boot ik kom, doch in allen geval vroeg genoeg om tijdig present te zijn tot het vervullen der zoo gaarne op mij genomen taak. Ik hoop maar dat het den Heer Helleman voordeel zal hebben aangebragt, en ik zal mijn best doen dat zijne lieve beschermster voldoening hebben van hare tusschenkomst. Mijne vriendelijke groeten aan Mevrouw en Jufvr. Cornelie, die ik zeer ernstig over de kabeljauwen en spieringen te spreken heb. Den ring zal ik eerlijk terugbrengen.
Met de meeste hoogachting heb ik de eer te zijn,
UWEDDWdienaar en Vriend
DouwesDekker