Multatuli.online

Lijst van brieven op datum

24 maart 1875

van

Multatuli

aan

Nans Sandrock-ten Hagen (bio)

 

Volledige Werken. Deel 25. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1871-1886 en registers (1995)

terug naar lijst

*24 maart 1875

Brief van Multatuli aan mevr. N. Sandrock-ten Hagen. (uit: F. Smit Kleine ‘Schrijvers en schrifturen’ 1891, blz. 22-24.)

Rotterdam, 24 Maart 1875.

Zeer geachte Mevrouw!

Ik verga van drukte, zóó dat ik alle moeite heb, om niet den schyn van onbeleefdheid op my te laden. Ik verzoek U vriendelyk my dit, voor zooveel UwEd. aangaat, ten goede te houden. Myn hoofd loopt me om.

Wat nu de repetitiën of 't instudeeren van Vorstenschool aangaat, daarover heerscht een verschil van inzicht, dat ik wel genoodzaakt ben ronduit te noemen. De kunst is moeilyk en vereischt arbeid. Wat my betreft, ik zou minstens drie maanden studie noodig hebben, om in staat te zyn met eenig succès te kunnen optreden als raadgever in 't voordragen der rol van Louise [1.] rol van Louise: op 20 mei 1875 zou Nans Sandrock-ten Hagen in Groningen debuteren als koningin Louise bij de 31e opvoering van Vorstenschool..

Het verbaasde my dan ook, zeer geachte Mevrouw, dat UwEd. my eergister vragen liet: wanneer ik eens ‘een halfuurtje’ tyd hebben zou? Waarlyk, Mevrouw, voor my is zoo'n taak geen bezigheid van ‘halve uren.’ Ik weet, ken en kan te weinig, ik heb te veel te leeren, om zóó snel gereed te zyn tot het leiden uwer studiën. Toen ik hier aankwam, had ik gehoopt wat kennis van voordracht, actie, etc. op te doen, en deze hoop is dan ook niet geheel verydeld. Alleen wat de rol van Louise betreft, bleef ik door de onovertrefbare botheid van Juffr. Kruseman even wys (of liever even onkundig) als te voren. Ik leerde van HEd. alleen, hoe die rol niet behoort te worden... opgezegd.

Van daar dan ook myn voorstel aan UwEd. om eenige der heeren artisten aan onze oefeningen te associeeren. Mocht UwEd. meenen dat dit voor U geen behoefte is, voor my is het dit wel!

Ik begryp evenwel dat die heeren geen tyd hebben, maar, geachte Mevrouw, ook ik heb geen tyd! Wanneer de zaak in 'n paar uurtjes te schikken ware, zou ik me gaarne tot alle hulp bereid verklaren, maar dit is 't geval niet! Er zyn in de rol van Louise passages welker voordracht stof leveren kan tot lange discussiën en veel twyfel.

Wat Uzelf betreft, Mevrouw, als eerlyk man ben ik verplicht U aan te raden:

1. Soberheid.
2. Doordacht bestudeerde gesticulaties, mimiek en stembuiging.

Ik zeg ‘doordacht’, want het loslaten op goed geluk af, van oogenblikkelyke opwellingen, is geen kunst, maar wildzang. In alles moet berekende methode zyn. Dit eischt arbeid!

Na zeer beleefde groeten, heb ik de eer met de meeste hoogachting te zijn,

UwEd. Dw. Dienaar

Douwes Dekker.

Ik weet niet wie uw leermeesters waren, maar 't komt me voor alsof men u heeft diets gemaakt dat de zaken van zelf marcheeren. Dit is, goddank, zoo niet! ‘Goddank’! want waar bleef de verdienste, als kennis en bekwaamheid ons aanwaaiden? Dan immers zou ieder die maar brutaal genoeg was om zich voor iets uittegeven, wat goeds kunnen leveren! Zóó makkelyk is de zaak niet! Er moet gewerkt zyn!-