12 september 1869
Brief van A. Buijs aan de firma Enschedé te Haarlem. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-2 en 3 (½) beschreven. (Museum Enschedé, Haarlem; fotokopie M.M.)
Utrecht, 12 Sept. 1869
den Heeren Joh. Enschedé & Zonen,
Uitgevers den Haarl. Ct,
Haarlem.
Mynheer,
Wanneer het stuk, dat ik gister in uw blad aangetroffen heb onder het opschrift: Van den Rijn van dezelfde hand is, die vroeger z.g. uittreksels uit den Mainzer Beobachter leverde, namentlyk van den genialen Douwes Dekker, - dan wensch ik U mits deze myn ongeveinsden dank te betuigen, dat gy geen gehoor gegeven hebt aan de quasi-waarheidslievende inblazingen van den zoo jammerlyk afgedwaalden dr. FA Hartsen maar hem, ondanks de flaauwe p...praatjes van den heer H., in de gelegenheid hebt gelaten, het hollandsch publiek wat anderen, degelyken kost op te disschen, dan het helaas in den regel slikken moet. - En is myne onderstelling gegrond, Myne Heeren, dan breng ik U niet alleen, zooals gezegd, voor uwe mannelyke handelwyze myn ongeveinsden dank toe, maar veroorloof my tevens, U in naam der menschelykheid ten allerdringendste te verzoeken, voor onzen genialen Multatuli financieel al datgene te doen, wat slechts eenigermate in Uw vermogen is. Ik voor my, Myne Heeren, ofschoon Multatuli's tegenvoeter op godsdienstig terrein, laat geene gelegenheid voorbygaan zonder Hollands vloekwaardige houding tegenover dien grooten man naar waarheid te brandmerken, getuige o.a myne brochure ‘Mr Groen en zyne Javaantjes (by Langenhuyzen) en myne andere brochure: Het Kultuurstelsel: zyne misbruiken en leemten (by v. der Ma s.t. [1.] s.t.: salvo titulo, zonder de verschuldigde titel(s) (lat.))....
Zoo bezweren wy den vloek, die op Holland rust....
Met verschuldigde achting heb ik de eer te zyn,
Myne Heeren,
Uw ond. dienaar
Buys