29 oktober 1866
Brief van Tine aan mevr. S. Omboni-Etzerodt. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-2 en 3 (⅔) beschreven. (M.M.)
Bruxelles 29 octobre 1866
Ma Stéphanie chère! Je viens t'écrire un mot inclu dans une lettre de ton père, après j'ai entendu la triste triste nouvelle! pauvre Julie [1.] Julie, kennelijk had een familielid van Stéphanie kort na haar huwelijk haar man verloren. oh comme je la plains. Je ne savais pas la maladie si grave et a présent tout son bonheur anéanti! plus de consolation tout fini mon coeur en est brisé! pauvre Stéphanie tu en souffrira, ton noble coeur peut sentir trop profondément, ne te rends pas malade soigne ta santé comme j'aimerais de pouvoir soulager ce coeur brisé j'en suis affectée de manière que je ne sais pas bien ce que je dis. trois mois de bonheur pour toute une vie de tristesse et de vide. C'est trop cruel.
Mon enfant je suis si triste et si mélancolique. Ce matin j'ai passé ta maison [2.] ta maison: waar Stéphanie gewoond had voor ze naar Milaan vertrok in 1863, en waar haar vader met zijn tweede vrouw nog steeds woonde., les fenêtres de ta chambre avaient l'air si morne et pourtant je passe aussi souvent que je puis, tu es ma consolation car dès que je suis mélancolique je ne pense à toi je me souviens toutes tes manieres tes gestes ton regard que j'aime tant Nonnie sait très bien quand elle parle de toi que je ne saurais rien lui refuser j'aimerais tant de prouver à Julie la part que je prends dans ton malheur et on ne sait rien rien faire pauvre Julie!
Soigné bien ta santé mon enfant de te savoir malade je ne pourrais supporter j'aimerais tant de te voir. Si j'étais riche tu me verrais arriver un beau jour. Si ce ne fut que pour quelques heures adieu ma Stéphanie je t'embrasse tendrement Je souffre pour toi je sais que tu seras si triste et moi je ne puis sécher tes pleurs
Écris moi quelques mots et dis moi beaucoup de ta personne sais tu ange chère. fais mes amities à Mme Sophie. Olga te salue amicalement,
Je suis préoccupée et beaucoup de soucis mais le courage nous manque pas
Adieu mon enfant bien année écris moi
Everdine
Vertaling:
Brussel, 29 oktober 1866
Mijn lieve Stéphanie!
Net heb ik je een briefje geschreven dat was ingesloten bij een brief van je vader. Daarna heb ik het droevige, droevige bericht gehoord! Arme Julie, o wat beklaag ik haar. Ik wist niet dat de ziekte zó ernstig was en nu is al haar geluk vernietigd! Geen troost meer; alles afgelopen, mijn hart is erdoor gebroken.
Arme Stéphanie, je zult er veel verdriet om hebben, je edele hart voelt al te diep. Maak jezelf niet ziek. Verzorg je gezondheid. Wat zou ik graag dat gebroken hart kunnen verlichten. Ik ben er zo door aangedaan dat ik niet goed weet wat ik zeg. Drie maanden geluk voor een heel leven van droefenis en leegte. Het is te wreed.
Mijn kind, ik ben zo droevig en zo gedeprimeerd. Vanmorgen ben ik langs je huis gekomen; de ramen van je kamer zagen er zo somber uit en toch wandel ik er zo vaak langs als maar kan, jij bent mijn troost, want zodra ik droefgeestig ben, denk ik alleen nog maar aan jou. Ik herinner me al je gewoontes, je gebaren, je blik waar ik zoveel van houd. Nonnie weet heel goed dat als ze over jou praat, dat ik haar dan niets kan weigeren. Ik zou zo graag aan Julie willen tonen hoezeer ik deelneem in haar ongeluk en toch kun je niets, niets doen. Arme Julie. Zorg goed voor jezelf, mijn kind; ik zou niet kunnen verdragen te weten dat je ziek was. Ik zou je zo graag zien. Als ik rijk was, zou je me op een dag zien verschijnen, al was het maar voor een paar uur. Adieu, mijn Stéphanie, ik omhels je teder. Ik lijd met je mee. Ik weet dat je zo droevig zult zijn en ik kan je tranen niet drogen.
Schrijf mij een paar woorden en vertel me veel over jezelf, weet je mijn engel? Doe mijn groeten aan mevr. Sophie. Olga groet je vriendelijk.
Ik ben bedrukt en heb veel zorgen, maar het ontbreekt me niet aan moed. Adieu mijn welbemind kind, schrijf mij
Everdine