*15 oktober 1853
Brief van E. Douwes Dekker aan P. Douwes Dekker. (afschrift M.M.)
Amsterdam, 15 October 1853
Waarde Pieter. Sedert eenige dagen van een tournee door nagenoeg heel Europa [1.] door heel Europa: van verdere reizen dan naar Spa is niets met zekerheid bekend. Wel vroeg Dekker op 8 september 1853 de minister van Koloniën toestemming om ‘in het belang van zijn gezondheid eene reis naar België en Frankrijk’ te maken. teruggekomen heb ik, wachtende op de LM [2.] LM: Landmail. uitgesteld U te antwoorden op den in de laatste dagen van mijn uitzijn door Eef ontvangen brief. Wees zoo goed mij optegeven, hoeveel geld gij noodig hebt, dan zal ik trachten U dat in den loop der week te zenden.
Ik kan niet anders dan kort schrijven want ik heb het hoofd vol. Eef is wel en groet U allen hartelijk. Het Heldersche reisplan zal er voorloopig wel bij inschieten ofschoon Mietje daaraan het bankroet van mijn woord verbindt. - Zonderling dat ik Ulieder standpunt wèl begrijp, maar dat gij nooit het mijne vat, - dat ge zelfs nooit op het idee komt dat het een ander standpunt is dan het Uwe.
Adieu,
Uw liefh. Ed.
Ik hoor van Semarang dat Jan naar Menado is om tabak te planten. Zijn laatste brief (Juny) zegt er niets van. Ik kan er niet blij over zijn want hoezeer het land heerlijk is, kan noch daar noch elders zoolang de Holl. vlag waait iets verrigt worden.