23 oktober 1851
Brief van P. Douwes Dekker aan A.C. Kruseman. Foliovel aan weerszijden geheel beschreven. (U.B., Leiden; fotokopie M.M.)
P. Douwes Dekker
Helder 23 October 51
Hartelijk - hartelijk dank waarde Kruseman! voor den spoed waarmede ge mij de beide brieven hebt toegezonden van onzen Eduard! - die ook mij verrast en verblijd hebben ofschoon er veel in staat dat ook ik liever niet zou lezen - maar het geheel bewijst toch, geloof ik dat gij met regt mag zeggen: ‘ge hebt een warm hart - een helder hoofd en vele groote talenten!’ Ik wensch en bid met U dat hij ze goed gebruike, en mij dunkt hij is op den weg om het te doen. Er is verandering, wijziging in zijne gedachten en beelden en wel ten goede. Met vreugde hoor ik van hem het woord - ‘ik ben moe, ik zoek rust!’ Er hapert nog maar dat hij unbefangen [1.] unbefangen: eenvoudigweg (du.) en met een kinderlijk gemoed zich wendt naar Hem die rust kan en wil geven. - Hoe hem daar heen te leiden? - Gij zult met mij eens zijn dat dit allermoeyelijkst is voor u en voor mij - of liever dat wanneer wij Eduard moeten behouden er weinig of gene hope is. - Ik troost mij alleen met de gedachte de Vader daar boven voedt ons allen op en hij zal ook zijnen kinderen op Celebes geven wat goed voor hen is. - Maar toch medewerken moeten we - maar hoe? - op zulk een afstand, bij zulk een karakter, (bij zulk eene hooggevoeligheid!) bij zulke denkbeelden, principes (of beginselloosheid)? - Ik belijd gaarne mijne onkunde en zal wel eenige dagen moeten nadenken voordat ik de pen op papier kan zetten voor hem.-
Hoe gaarne zou ik eens eenige uren met u van gedachten wisselen met beide brieven voor ons! - geloof mij, komt de gelegenheid, ik zal haar niet verzuimen - maar zoek gij ook eens naar occasie om eens aan den Helder te komen - Doorgaans hebben wij ons logeerkamertje vrij en ik zou hemel en aarde willen bewegen om met U over hem te spreken.-
Wij varen wel. - Weest met al de uwen Gode bevolen
door Uwen
PDD
Wat zou ik gaarne een afschrift van de versjes hebben. Ergo!-
Ik weet niet regt hoe ik de brieven van U ontvangen heb. Om secuur te gaan zal ik dezen aan van Vloten [5.] van Vloten: H.J. van Vloten, uitgever te Alkmaar. zenden. Die weet wel een goeden weg naar Haarlem.
Hoeveel is mijn aandeel in de Briefport, (in de f21.60 weet je?) [2.] f21.60: blijkbaar had Dekker zijn post van Menado ongefrankeerd aan Kruseman in Haarlem gestuurd. Het gaat hier om een enorm bedrag aan briefport, in huidige verhoudingen een kleine vierhonderd gulden. Hoe gaarne zou ik met zynen brief in de hand den goeden, Christelijken Doyer [4.] Doyer: Abraham Doyer (1794-1851), doopsgezind predikant te Amsterdam, katechiseermeester van sommige leden der familie Douwes Dekker, waaronder Eduard. eens raadplegen, die aan Eduard nu ook al ontvallen is - (maar zoudt ge vrijheid vinden van dit en dat brokstuk eens aan Mauve [6.] Mauve: W.C. Mauve (1803-1869), doopsgezind predikant te Haarlem, sinds 1849 redakteur van het Christelijk Album. te laten hooren??) - Ja hoe gaat het met Mauve? Is er hoop op herstel?-
Leefde Doyer nog, hij zou geloof ik zeggen: Als gij antwoordt aan Eduard - wees vooral voorzigtig - Spreek niets tegen van zijn geschrijf - waar het waar is. Stem het toe dat vele Christenen misschien hun naam niet verdienen, - dat menig Christen, door menigen Heiden wordt beschaamd, maar wijs hem ook op zijne eigene inconsequenties. Herinner hem (b.v. waar hij van Montesquieu spreekt - Gods hoog - allesomvattend, edoch voor aardwurmen, doorgaans onbegrijpelijk bestuur - maar wat ge zegt of zwijgt laat elke letter een tolk van uwe liefde voor hem wezen. - van uwe heiligende, vergevende, behoudende liefde. - Die liefde moet immers de wereld overwinnen en wat van deze wereld is!-
Wat een schrijven - god zegene het tot zijn behoud!
PDD
Kent ge des Zweiflers Weihe [3.] das Zweiflers Weihe: de inwijding van de twijfelaar (du.); F.A.G. Tholuck, Lehre von der Sünde und vom Versöhner oder die wahre Weihe des Zweiflers, Halle 1823; in 1841 in het Nederlands verschenen. van Tholuck? Is er eene vertaling van? - Zou dat ook een goed boek voor Ed. wezen?
Ik ken of bezit het niet.
NB. Dolgaarne ontvang ik later de 50 bladzijden van E. aan U - nog eens terug: - Ik heb ze ter naauwernood één maal kunnen lezen. (Zondag Avonden en Dankpreek)