* 27 juli 1841
Brief van E. Douwes Dekker aan J.H. Scholten. Oorspronkelijk op de achterzijde van een brief van M. Wessels aan Scholten. (Archief van de Nederlandse Provincie der Jezuïeten, Nijmegen.) Afschrift in onbekende hand. (M.M.)
Hooggeachte Heer Praefect.
De Heer Wessels [1.] In de brief van Wessels aan de andere kant van het vel postpapier komt de zinsnede voor ‘te meer omdat de heer Dekker mij verzoekt in dorso [aan de rugzijde] dezes eenige regelen aan UEw. te schrijven.’ heeft de goedheid gehad uit UEw. laatste brief my een en ander mede te deelen en met leedwezen ontwaarde ik de melancholischen staat waarin UEw. [2.] UEw: Scholten was apostolisch prefekt (door de Paus aangesteld godsdienstleraar) en pastoor in Batavia. zich schynt te bevinden. Van harte wensch ik UEw. zoo wel physiek als psychiek volkomen beterschap, maar ik geloof evenmin als UEw. zelve dat Sumadang voor een kwaal als die van UEw. gunstig gelegen is, voornamelyk de kloosterachtige afzondering waarin men zich volgens rapporten aldaar moet bevinden. Wessels heeft, geloof ik, verzuimd UEw. te melden dat het gerucht loopt dat de gewezen Koning van Holland R.C. zoude geworden zyn. [3.] Koning van Holland R.C.: nadat Willem I in oktober 1840 afstand van de troon had gedaan, huwde hij de gravin d'Oultremont die katholiek was. Zelf trad hij niet tot de R.K. kerk toe. Ook zegt men dat daarover in Holland veel geschreeuwd wordt, hetgeen een bespottelyk contrast oplevert met de lethargique indolentie waarmede men den millioenendiefstal [4.] millioenen-diefstal: Willem I had tussen 1830 en 1839 door zijn afwijzing van een nieuwe verhouding tot België de staatsschuld onrustbarend doen oplopen. heeft laten passeren. Het is als de nachtwacht die zyn kameraad verketterde omdat de arme duivel ‘den klok’ in plaats van ‘de klok’ uitriep, maar het hem niet kwalyk nam toen dezelve hem met een klein stootje onder de korte ribben in den Overtoom wierp. De zaak is, ni fallor, [5.] ni[si] fallor: als ik niet word bedrogen (lat.) waar gebeurd. Alle Amsterdamsche bakers en kindermeiden weten te vertellen dat het nog ten huidigen dage daar spookt. Ik hoop van ganscher harte dat UEw weldra in persoon dergelyke curiositeiten zult kunnen onderzoeken, al was het alleen om het land mede te zien waar UEw. het door den Heer W. aan ommezyde zoo lief geschilderd huiselyk heil verbeidt.
Uit eenen brief welken ik onlangs uit Holland ontving bespeurde ik dat er eene soort van gisting schynt te bestaan tusschen de onderscheidene kerkgenootschappen aldaar. Zoo men zegt ter zake van het onlangs door den H. Stoel gesloten concordaat. God geve dat zulks in de geboorte moge worden gesmoord. De geschiedenis laat doorgaans immers niet veel aangenaams volgen op dergelyke botsingen. Dit is zeker dat men zich hier misschien wat te weinig, in Holland echter wat te veel, in het harnas steekt voor zaken die, als zoo vele dingen, alleen een gematigde behandeling volstrekt behoeven. Ik merk dat ik zonder patent [6.] zonder patent: onbevoegd. philosopheer en wil daarom liever in den my aangenameren kring terug treden en UEw. vertellen dat ik voor als nog myn wensch om naar Samarang te gaan niet heb kunnen vervuld zien. Ik zie geen kans om nu verlof te krijgen daar er by de Kamer 5 plaatsen onvervuld zyn, nog buiten de absentie van den Heer Lutjens, terwyl ik ook overigens sterk laboreer aan de wereldkwaal, aan het prosaische miserabele geldgebrek, terwyl er zonder dat arcanum [7.] arcanum: wondermiddel (lat.) toch overal bitter weinig te beginnen is. Batavia verveelt my in de gegeven omstandigheden mooi, maar een en ander maakt my nolens volens [8.] nolens volens: goedschiks of kwaadschiks (lat.) krukvast. Ik zoude zoo gaarne eens willen uitvliegen maar de tyden van Icarus zyn voorby, terwyl ik ook overigens twyfel of de wasch waarmede ik myne vleugeltjes eventueel zoude vasthechten, wel beter tegen de hitte van den toorn myner chefs zoude bestand zyn, dan ZEd. compositie den gloed der zon verdragen konde.
Ik weet wel dat myn gekrabbel bitter weinig beduidt, maar de brief is portvrij en daarop reken ik. UEw. ontvangt eenen hutspot van allerlei eetbare en oneetbare waar, maar wanneer ik UEw. verzeker dat er by de toebereiding eene goede dosis hartelykheid gebruikt is, zult UEw, hoop ik, harenthalve een en ander wel voor lief nemen - en in die gevoelens wensch ik UEw. nogmaals spoedige terugkeer van krachten en volkomene beterschap, terwyl ik de eer heb met hoogachting my te noemen UEw. dw. dienaar
E.D. Dekker