12 juni 1887
Brief van Mimi aan Marie Berdenis van Berlekom. Dubbel velletje postpapier met brede rouwrand, geheel beschreven. (M.M.)
N. Ing 12 Juni '87
Lieve Marie!
Gister morgen ontving ik uw briefje, en antwoord nu zoo spoedig om zeker te zyn dat het niet verzuimd wordt want ik zit in een nare verhuisboel! ik heb een bovenwoning gehuurd in Amsterdam (Nassaukade 86 [1.] Nieuwe Gids: zie bij 10 juni 1887.) en wil zoo spoedig mogelyk overgaan, in elk geval vóór juli. Ik zal dus niet meer hier zyn als ge nr frankfort gaat - Is er kans dat ik je in Amsterdam zie, nu of by een andere gelegenheid? ik zou 't heel graag willen. - Dank U zeer voor de aanbieding van zyn brieven. Mag ik er later eens om vragen als ik ze graag hebben zou? Ik herinner me dat hy U schreef over Zola ‘L'Oeuvre’ en nog een en ander. maar zelfs als ik goed en wel in Amsterdam zit - heb ik stof voor maanden - (misschien jaren) - arbeid aan wat ik heb! Nu komt daarby dat ik zeer langzaam ben, met zùlk werk! Mag ik dus later eens om uw brieven vragen, als ik noodig heb ze in te zien, of misschien er iets uit te nemen? Ik lees dat stuk van Dr Polak in de Rotterdammer. Zeker, het is in meenig opzicht waardeerend en getuigt van arbeid - ik ken den heer Polak in 't geheel niet. gy? maar hoe zonderling komt my zyn standpunt voor! met een vraagteken! - Och ik geloof dat ik me al heel onzuiver uitdruk. - maar ben te moe om over te schryven. Van Eeden heeft een naar stukje in de Nieuwe Gids [1.] Nieuwe Gids: zie bij 10 juni 1887. over Multat, heb je 't gezien? Hy hinkt daarby op allerlei gedachten wil D wel in de hoogte steeken, maar tegelyk de N. Gids verdedigen, en van Vloten [2.] Van Vloten: Johannes van Vloten, de auteur van Onkruid onder de tarwe, was Van Eedens schoonvader. zelfs niet afvallen. Dat was al te gulzig zooveel op zyn vork te nemen, en er kwam niets van terecht.
Myn Wouter is een lieve schat. hy helpt me pakken en nummert de kisten - en loopt overigens veel buiten rond, en ik laat dat nu nog maar begaan - ik hoop zoo dat later... onze herinnering aan deze laatste 4 maanden zullen wegvallen en dat de gedachte aan Ingelheim zal samengaan met die aan Hèm; Het is nu natuurlyk wel zeer weemoedig al de herinneringen aan hem hier in huis en tuin aftebreken, en toch als men denkt, is al de rest niets by dat ééne groote hem verloren te hebben.-
Vaarwel lieve Marie! Groet je zuster voor my en dank haar voor haar brief, ik had U beter willen schryven, maar het gaat niet vandaag. Later! - Uw liefh. MDD