8 maart 1887
Brief van H.C. de Wolff aan V. Bruinsma. Dubbel velletje postpapier met gedrukt briefhoofd Hendr. C. de Wolff, Assuradeur. Boezemsingel 124. Kantoor: Wijnstraat 39. Rotterdam, waarvan blz. 1-3 beschreven. (M.M.)
Zeer vertrouwelyk
Rotterdam, Maart 1887
Zeer geachte Heer,
De wetenschap, dat onze groote en goede vriend Multatuli U onder zyne vrienden telde, geeft my den moed en het recht U de volgende mededeelingen en vragen te doen. Het spreekt van zelf, dat ik voor een en ander volkomen discretie verzoek.
Na Dekker's dood kwamen eenige vrienden op de gedachte, om zoo spoedig mogelyk te trachten voor zyne nobele weduwe en zyn lief pleegkind te doen, wat in hun krachten was. Een zeker bedrag zou men by elkaar zien te krygen, om als laatste huldeblyk voor den helaas overleden vriend aan haar aantebieden. Daaruit zou zy dan eene schuld in de eerste dagen na Dekker's dood aangegaan, kunnen kwyten en het overige voor de noodzakelyke kosten der eerste tyden gebruiken. Elk der intieme of trouwste vrienden v. Dekker zou worden aangezocht, om daartoe bv. 100 Mark by te dragen; en we hoopten minstens een 20tal dergelyke te vinden. Vervolgens zouden wy en de andere gedelegeerden van Tandem welk genootschap U waarschynlyk bekend zal zyn, ons best doen om de contribuanten daaraan te behouden, ten einde haar (Mevr Dekker) ook daaruit een jaarlyksche bydrage te kunnen bezorgen.
Over deze plannen schreven of spraken Dr de Haas en ik reeds aan of met de Heeren Mr van Hall, van der Goes (te Amsterdam), Kallenberg van den Bosch (te Breda), Roessingh van Iterson (te Tilburg), Mr de Witt Hamer, Wibaut en Geysen te Middelburg, Mr Vosmaer te 's Hage, PR Mees en J Haspels alhier. Van byna allen ontvingen we de meeste blyken van sympathie, in den vorm van vriendschappelyk antwoord en/of remise.
Veroorloof my nu, nà deze mededeeling een paar vragen.
1o Zouden we U mogen rekenen onder de eerstgenoemde trouwe vrienden van Dekker?
2o Kunt Ge my ook namen opgeven van andere warme vrienden van D., vooral in het noorden van ons land?, tot wie ik my met hoop op succes zou durven wenden?
3o Zyt ge zelf gedelegeerde van Tandem of kunt Ge my gedelegeerden opgeven?
Binnen eenige dagen hopen eenige der nevengenoemde Heeren een byeenkomst alhier te houden (Iterson, de Witt Hamer, Wibaut, de Haas, Haspels & ik), ten einde nader ons plan te bespreken. Mag ik U bericht geven van wat daar verhandeld is?
Nog eens, vergeef my de vrypostigheid waarmede ik dit schryven tot U richt. Hier heiligt zeker het doel de middelen.
In afwachting van Uw welwillend antwoord teken ik gaarne
Uw dw dr
Hendr. de Wolff