21 februari 1887
Brief van A. van Collem aan Mimi. Enkel velletje postpapier waarvan blz. 1 beschreven. (M.M.)
Aan de Hooggeachte Mevrouw
M. Hamminck-Schepel Wed. E.D.D.
Hoog geachte Mevrouw!
Met tranen in de oogen las ik uwe berichtgeving. Ik hoop Mevrouw! dat by zulk een onvergetelyk verlies, UEd, toch hechten moge, aan alle blyken van belangstelling uit het Vaderland.
De myne vindt haren oorsprong in kinderlyke vereering en onbegrensde hoogachting jegens Hem, - wiens Naam, me steeds met aandoening zal vervullen, - wiens werken, een tempel zyn, voor den denker, - en op wiens karakter te gelijken, - den trots moet uitmaken, voor al wie naar waarheid streeft.
Mogen duizenden hartelyke woorden Uwe smart helpen verzachten.
Met diepen eerbied Mevrouw! heb ik de eer te zijn
van Uwedele de onderdanige dienaar
A van Collem
Rotterdam 21 februari.