Multatuli.online

13 november 1886

Brief van F. Domela Nieuwenhuis aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier waarvan blz. 1 en 4(½) beschreven. (I.I.S.G. Amsterdam; fotokopie M.M.)

Waarde vriend,

Daareven ontving ik een postwissel van f 2, maar zonder vermelding van 't doel waarvoor gy dat geldt [1.] geldt: kennelijke verschrijving. bestemdet. Ook een klein briefje waarboven de woorden: verzoek insertie.

Gaarne had ik hieromtrent eenige inlichting, want het kan moeilyk uw bedoeling zyn, om een dergelyke verklaring te laten zetten in ons blad zonder opgaaf van motieven. Wilt gy de onjuistheid der middelen, door ons voorgesteld, aantoonen, welnu dat kan van belang zyn voor onze lezers, maar een verklaring zonder dat beteekent niets en is daarom minder gewenscht. Staat gy echter op opname, het zal geschieden.

Wees zoo vriendelyk my uw antwoord toe te willen zenden.

Deze verklaring zonder eenig begeleidend woord stak vreemd af by de vriendschappelijke wyze waarop wy dezen zomer afscheid namen. Niet dat ik van u een verklaring wacht in onzen zin, maar deze heeft iets vyandigs, althans in dien vorm en ook dat kan uw bedoeling moeilyk zyn. Dit misverstand wordt door uw antwoord uit den weg geruimd misschien.

Uw vrouw is zeker weer goed en wel met Wouter terug gekomen. Ik hoop spoedig iets van u en haar te hooren, ook naar aanleiding van de reis naar Holland en wat zy daar gezien heeft. Bedrieg ik my niet dan is een wereld voor haar opengegaan, die zy niet kende. Ook voor u zou dat belangryk zyn.

De praktische wereld is zulk een geheel andere dan die men zich vormt in afzondering.

Ontvang de vriendschappelyke groeten met uwe vrouw en Wouter, ook namens tante Schuitemaker en haar dochter en ondanks verschil van inzicht hoop ik my steeds te kunnen beschouwen

als

Uw vriend

F. Domela Nieuwenhuis.

den Haag 13 Nov 86