Multatuli.online

20 juli 1886

Brief van Mimi aan J.H. de Haas. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)

Waarde Haas! Al sedert een paar dagen is dek in 't bezit van uw brief met die vriendelyke uitnoodiging voor onzen jongen, maar hy is nog niet tot antwoorden gekomen daar hy zich zwak en onopgewekt gevoelde en alles hem eigenlyk te veel is. De vorige week hadden wy eenige dagen bezoek van een jong mensch [1.] jong mensch: wellicht Willem Scheuer, zie V.W. XXIV bij 4 maart 1887., dek was toen heel wel - of hy zich nu wat overspannen heeft, of dat het toch te wyten is aan de hoest die het hem de laatste dagen weer te kwaad maakte? misschien van beide wat - maar het is zoo hy voelde zich min en neergeslagen. van daag toch iets beter dan gister, en we hopen zoo hy morgen dragelyk zal zyn want dan wachten wy de Wolven en het zou wel jammer zyn als hy dan onwel was. Ze blyven maar heel kort, vrydag al naar huis dus des te erger zou 't zyn als hy dien éénen dag onwel was.

Wat nu betreft uw voorstel om Wouter aan Henriette D. [2.] Henriëtte D.: Henriëtte Dupont. Vgl. V.W. XXII, blz. 494 en blz. 697. mee te geven het is erg lief van U en van Lina die weet wat een deugniet hy is je met dien apostel te willen belasten ofschoon dit ons van u beider hartelykheid niet verwonderen kan, maar maar... onze jongen zyn vacantie is reeds begonnen, en duurt maar drie weken, en daar hy volstrekt niet verzuimen mag, juist omdat het school gaan hem nog een beetje vreemd is, zou hy niet veel meer dan een 8 daag by u kunnen zyn. - En nu: we zyn byna bly dat het met die vacantie zoo slecht klopt, omdat wy er erg tegen op zouden zien hem te missen dek vooral niet minder dan ik, ook hebben wy met zyn meester al afgesproken dat die hem in zyn vacantie privaatles geven zal op alle punten waar hy achterlyk in is zoodat we hem van uw invitatie maar niets gezegd hebben. Wat zyn school aangaat dat is een groote grief voor dek, die met de leerwys noch den lehrer ingenomen is, wat trouwens niet anders te verwachten was! Wel, wel wat de kleine Lien een knappertje is. No 2 van de school, en hoe goed dat ze nu klaar is en vry. Maar al brengt ze Wou nu niet terug als ze plezier heeft de kennis met Ingelheim nog eens te vernieuwen zal ze ons heel welkom zyn - Wel ben ik bang dat het by ons oude luidjes, wat saai voor haar zyn zal. Wou is geen gezelschap voor een jonge dame, dek moet zich van te veel drukte onthouden, en dan schiet er heel weinig over. maar als Lien het graag doet, als het buiten zyn, de tuin haar bevalt, en ze in een woord er lust in heeft eens te komen, zal ze natuurlyk heel welkom zyn. Het spyt me dat ik niet kan vragen of ze de jongens dan meebracht, wat Wouter zoo heel heerlyk zou vinden, maar dat durf ik niet in verband met deks gestel. Wat is er toch te doen beste Haas tegen dat ellendige gevoel van zwakte? Eten kan hy niet tegen zyn zin, slapen doet hy goed en buitenlucht heeft hy de laatste maanden ook in overvloed ingeademd.

Maar ik kan niet langer schryven van de muggen! die zyn vreesselyk lastig Lien herinnert het zich wel, zy was er zoo van gestoken, ik meen kleine Lien. - Dek zendt u beiden de beste groeten ik doe er de mynen by

uw liefhebbende

Mimi DD

20 Juli 86.