Multatuli.online

28 augustus 1885

Brief van Multatuli aan C. Vosmaer. Dubbel en enkel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)

Niedr Ingelheim 28 Aug '85

beste Vos! Ja, 't is terdeeg jammer! Maar, zoo iemand, dan weten wy wat hindernissen zyn van de soort die U beletten ons met 'n bezoek te verheugen. En ik begryp zoo dat ge in uw verhoudingen niet achteruit moogt raken. Uw litterarische verhoudingen, uw familie relatien, de haagsche omgeving, alles maakt U de zorg om ‘ieder 't zyne te geven’ tot 'n pynlyke plicht. Maar jammer is 't! Verbeeld je ik had 'n lystje begonnen van dingen waarover ik u spreken wilde, omdat ik nu eens goed van Uw byzyn genieten wou. En... net gaat het vandaag regenen, zoodat de tuin wat opgeknapt wezen kan tegen den 4n of 5n Septr! Kyk, zoo doen de goden altyd, ze weten 'n mensch te traîteren, zelfs met het goede. Een boerenmeid op de kermis die op 't draaibord haar duiten had verloren, verkocht haar lokken. Met de opbrengst daarvan speelde zy voort en trok 'n kammetje. Ik zit me gek te peinzen wat de nydige goden haar zouden hebben laten winnen als ze 't nieuwe speelgeld had gekregen voor HED eer? Want zulke meiden hebben ‘eer’ vertelt de Pall Mall. Ik beweer dat die hulde campagne van den (of de) P. Mall... nu ja, ‘eerloos’ is wat bar, maar veel vertrouwen stel ik niet in zulke Amienspeters [1.] Amienspeters: Peter van Amiens († ± 1115), ook Peter de Kluizenaar (l'Ermite), de voornaamste prediker voor de eerste Kruistocht; dus hier: zij die oproepen tot een nieuwe eerbaarheidskruistocht.. Ik heb veel over die zaken te zeggen. Jammer dat zekere ‘woorden’ me niet uit de pen willen. Men kan wel eens maar niet doorgaande in 'n lang betoog zekeren klip omzeilen zooals gy heel aardig deedt by 't wyzen op de vuilheid van Bredero. [10.] Bredero: in De Nederlandsche Spectator van 4 april 1885 had Vosmaer een verslag van de Bredero-herdenking geschreven. Myn bezwaar is des te wichtiger omdat juist het noemen expressis verbis [2.] expressis verbis: met zoveel woorden (lat.) in bedoelde zaak noodig is. Juist het eeuwig vermyden daarvan heeft die Pall Mall-zaak tengevolge, of althans het heeft deel aan den treurigen toestand. ‘Bien poser une question est presque la résoudre’ [3.] bien poser etc.: een vraag goed stellen is haar al bijna beantwoorden. (fr.) en men kàn de zaak niet correct poseeren alsmen alles wat er by tepas komt [4.] alles wat er by tepas komt: oorspr. stond er ze. niet noemen mag. Enfin, ik zal probeeren.-

Wouter zal - o glorie! - den 4n of 5 Septr in 't publiek, m'nheer, piano spelen. Niet omdat hy zoo'n phenix [5.] phenix: (Phoenix) hier: korifee. is, maar de muziek school te Mainz heeft dan openbare Prüfung [6.] Prüfung: examen (du.), en hy moet meêdoen. Mies is nu met hem naar Mainz om schoentjes, handschoenen & 'n kraagje te koopen. Den datum weten wy niet zeker ('t Examen duurt 4 dagen) maar 't viel in den tyd uwer komst. We verheugden ons in de hoop dat Gy en Uw vrouw er by zoudt kunnen zyn. - Gut, ik heb u iets te vragen maar als 't U niet schikt, zeg neen! Ik beweer dat elke redactie zelf weten moet wat in haar tydschrift of courant past, en alzoo-

Zie hier! Lees eens asjeblieft in de Minnebrieven de parabel van Thugater. [7.] Thugater: oorspr. stond er Thugatèr. Zie V.W. II, blz. 39 e.v.


(Ik gis dat de Grieken ten onrechte van dien e, 'n ἠ hebben gemaakt. De laatste sylbe zal wel kort geweest zyn in 't Sanskrit, daar de Germanen hem byna toonloos uitspreken.)-

Heb je 't gedaan? Welnu, wat ik daar van 't melken zeg was hm... hoe moet ik 't noemen? pure geniïgheid. Ja, want nooit had ik 't van iemand vernomen, en nooit gemelkt. En zie, de dichter van '61 (datum der M.B.) schynt de mannen van 't vak vóór geweest te zyn, want ik lees in de courant 'n stukje van 'n veehouder die 't zelfde zegt. Het verschil tusschen de eerste en laatste melk is énorm. Hy heeft er proeven mee genomen. Nu wou ik U vragen of 't U schikt in den Spectator die beide stukjes onder elkander aftedrukken, met 'n opschriftje ‘de dichter en de vakman’ of zóó iets. Nu, dat is U toevertrouwd.-

Uw stuk over 't Museum is zoo belangryk, [9.] 't Museum: in De Nederlandsche Spectator van 15, 22 en 27 augustus 1885 wijdt Vosmaer drie artikelen aan ‘Het nieuwe museum te Amsterdam’. zegt Mimi. Ik heb 't nog niet gelezen, omdat ik 't slot wacht. ('t Is zoo leerzaam en ‘gediegen’ [8.] gediegen: gedegen (du.) zegt ze). Als 't kompleet is zal ik u - hoe moet ik me uitdrukken? Misschien kan ik beginnen met: ‘over deze zaak zou veel te zeggen zyn!’ Over den schyn van verwaandheid die ik hier op me laad zal ik me verantwoorden. Dat ‘niet door U gezegde’ ligt op 'n geheel ander terrein dan uwe beschouwingen. Maar: ‘alles is in alles.’ My komt het samengrypen van dit alles (of zooveel mogelyk daarvan) als de ware roeping van den dichter voor. Thugater melkte beter dan haar broêrs, en ik meen te kunnen zeggen waarom Mons. Cuypers [11.] Mons. Cuypers: Petrus J.H. Cuypers (1827-1921), (katholiek) Nederlands architekt van o.m. het Rijksmuseum (zie noot 9) dat in 1885 was opengesteld. slechter bouwt dan Michel Angelo.-

Van onaesthetisch bouwen gesproken. Op m'n Vosmaerlystje stond: ‘het bekyken van de nieuwe station te Mainz!’ De wansmaak die dáárin te zien is, gaat boven uw begrip. 't Is 'n puur genot zich dáár te ergeren over deutsche Kunst. Ja, de ergernis gaat over in 'n soort van wellustige kitteling.

Dag beste Vos, onze vriendelyke groeten aan Uwe vrouw, dochter en jongens.

Uw liefh

Dek

Sakkerloot ik heb 'n korrespond. schaakparty. Ik ben 'n knoeier in 't schaken, en moet m'n fouten door eindeloos geduld trachten te vergoeden.

(als ge 't bedoelde stukje over de melk plaatsen wilt, zal ik 't u zenden. 't Is door 'n landbouwer geteekend. Anders zouden ze misschien denken dat ik 't verzonnen had. zóó klopt het!