Multatuli.online

Lijst van brieven op datum

17 juni 1885

van

Multatuli

aan

R.J.A. Kallenberg van den Bosch (bio)

 

deze brief in handschrift

download handschrift

Volledige Werken. Deel 23. Brieven en dokumenten uit de jaren 1884-1886 (1993)

terug naar lijst

17 juni 1885

Brief van Multatuli aan R.J.A. Kallenberg van den Bosch. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 en 4 (½) beschreven. (M.M.)

N. Ingelh. 17 Juni '85

beste Van den Bosch! Hartelyk dank voor uw brief die zeer veel aandoeningen in my opwekte. Ik wil dezen heel kort maken omdat ik begryp dat ge in drukte zit, of liever in spanning verkeert. De communicatie van Henriette's huwelyk heb ik niet ontvangen, wat me te meer spyt omdat ik juist dezer dagen àndere blyken heb van de onvertrouwbaarheid der post. Dat maakt angstig.

Wilt ge zoo goed zyn my over 'n dag of 10 - tenzy ge dan door 't wèl slagen van 't groote plan uw spannende onzekerheid in positieve drukte ziet verkeeren [2.] positieve drukte: Kallenberg van den Bosch had zich eerder al eens verkiesbaar gesteld voor de Tweede Kamer (1883) en was toen verslagen door een katholieke tegenkandidaat. Ditmaal hoopte hij hoofd van de orde der Vrijmetselarij te worden. wat ik hoop! - wat meer over Kees te schryven? Ik wilde gaarne iets weten van de medicatie. (Is ze misschien van negatieven aard? Ik zie in dat dit z'n raison d'être [1.] raison d'être: bestaansreden (fr.) hebben kan.)

Ja, ik hoop dat men U kiest! Ik doe dus schietgebedjes maar niet - zooals ge zegt - voor 'n échec. O neen! Ik hoop zeer zeer hartelyk dat het lukt. Zeker is v. Diggelen [3.] v. Diggelen: P.J.G. van Diggelen (1837-1907), was van 1886 tot 1888 lid van de Tweede Kamer. de concurrent. Of ook Noordziek [4.] Noordziek: Jan J.F. Noordziek (1811-1886), direkteur van de Stenografische dienst van de Staten-Generaal en redakteur van de Staatscourant.. Of misschien nog anderen.

Heel hartelyk gegroet van Uw vriend Dek.

De bydr. van Tandem in grooten dank ontvangen. Het drukt me, en 't roert me te gelykertyd.-

Zonderling dat ik by alle huwelyken waarvan 't bericht tot me komt, iets treurigs voel. ‘Zonderling’ omdat juist ik niet te klagen heb. O neen! Als wetgever zou ik 't huwelyk in stand houden, o zeker! Maar... als 'n noodzakelyk kwaad, en omdat - zooals Paulus zegt - ‘uwe harten boos zyn.’

De weinige niet-booze harten moeten 't om de vele kwaden ontgelden. Van ideaal - niet-praktisch - standpunt gezien, is 't 'n bespottelykheid levenslang z'n ziel aan ketens te leggen. En... iemand die zich wenscht te wyden aan de algemeene zaak, moest zoo min trouwen als 'n R.C. pastoor. De ‘Kerk’ weet wel wat ze doet als ze 't coelibaat handhaaft. Huwelyk breekt biecht, en zonder biecht zakt de heerschappy over de gemoederen in een. Maar niet dáárom natuurlyk keur ik voor zekere personen 't huwelyk af. Een slecht huwelyk is per se noodlottig, en 'n goed huwelyk bederft het élan. De ‘gelukkig’ gehuwde geeft z'n kapitaal in kleine munt uit. Maar er is nog meer tegen te zeggen. Later, later, als ik U eens dagen achtereen spreek. 'n Uurtje helpt niet. Hartelyk gegroet.