Lijst van brieven op datum
4 juni 1885
van
Multatuli
aan
Carel Vosmaer (bio)
Volledige Werken. Deel 23. Brieven en dokumenten uit de jaren 1884-1886 (1993)
4 juni 1885
Brief van Multatuli aan C. Vosmaer. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
N. Ingelheim 4 juni 85
beste Vos! Dat is 'n erge tegenvaller! We hadden U zoo hartelyk gaarne hier gehad. Maar wat niet kan, kan niet. Sterk aandringen zou nu onvriendelyk en lastig wezen. Mocht er overigens door een of andere toevalligheid iets veranderen in de omstandigheden die nu uwe komst verhinderen, denk dan gunstig over ons, en vraag niet eerst of 't schikt. (Hm! ‘gunstige verandering in zulke dingen.’ Onlangs hebben we 'n maand geleefd in de meening dat we 1/96 te goed hadden in 'n bestorven boedel van ±1.200.000. Hoe groot die deeler van de breuk ook was, 't zou toch 10 a 12/m bedragen hebben. En zie, 't was Perette's melkpot. De valsche maar kwam NB uit notarieele bron.)
Grooten dank voor B. v.d. Br. Ik heb z'n werk nog niet gelezen, omdat ik me niet wel voel. 't Ziet er zeer gediegen [1.] gediegen: gedegen (du.); in Duitse schrijfletters. uit, maar ik weet niet of hy de stukken kende die in 't Saksische archief liggen. Ik zal de zaak aandachtig lezen, en bestel me ook de studie van Dr. Kolligs te Bonn.
Die Franck? Nu, ik had [2.] had: oorspr. stond er zou. dunkt me kans gezien u tot m'n opinie overtehalen, als ge hier gekomen waart. Afgescheiden van oordeel over byzondere afleidingen of meeningen
(hy weet niet wat ‘deuvekater’ is. Kent 't woord ‘baas’ geen familie toe. 't Is NB een woord met zeer ryke verwantschap!)
Nu, afgescheiden van meeningzaken, vraag ik u of 't woordafleiding mag heten als men zich beroept op 'n mnl. [3.] mnl.: middelnederlands. vorm die niet of ternauwernood van 't nu gebruikelyke verschilt? Dat Littré (de ‘groote’) op gelyke wys z'n lezers met 'n kl. in 't riet stuurt, en heel wat meent uitgevoerd te hebben als-i verzekert dat ‘homme’ van ‘homo’ komt, of dat ‘Dieu’ in 't Provs ‘Diou’ heet, weet ik wel. Maar daarvoor is Littré ook 'n franschman. Een Duitsch geleerde behoorde wat meer te leveren.-
Hierby 't papierken van den heer Coens [5.] Coens: pseudoniem van Willem L. Penning jr. (1840-1924), Nederlands dichter, bewonderaar van de Tachtigers. Waarschijnlijk doelt Multatuli hier op het gedicht dat Penning schreef ter gelegenheid van zijn 65ste verjaardag, en dat gepubliceerd werd in De Leeswijzer, 15 maart 1887. Zie 19 febr. 1885. terug, en - dàt komt U vreemd voor - ik heb 't niet gelezen! Ziehier hoe dat in den haak zit. By 't openen van uw br. viel 't my 't eerst in handen, en terstond zag ik aan 'n enkel woord dat het geestverwanterig was, of zoo iets. (Het openen van br. is my altyd iets irriteerends, en zeer dikwyls laat ik Mimi voorproeven. Als ze dan zegt: ‘geestverwant’ lees ik 't gewoonlyk niet. Zonder dus die versjes beter intezien, las ik uw brief. En toen wilde ik - och, die dingen zyn me zoo moeielyk. Ik weet dat onlangs in den Dageraad 'n stuk over my stond [8.] Zie het gedicht van C. van der Zeyde, 2 maart 1885. (dat Mimi me aanprees) maar zulke dingen doen me zéér. Ze steken zoo grell [4.] grell: schril (du.); in Duitse schrijfletters. af by de aardigheden die Hooykaas [7.] Hooykaas: Isaac Hooykaas (1837-1893), Nederlands modern-theoloog, met Jorissen, Lohr en Maronnier redakteur van De Protestant. c.s. over my verkoopen, en vooral by 't bestudeerde smoren van m'n naam dat byna overal 't wachtwoord schynt te zyn. (Wat ik me erger by 't lezen van 't kamergeklets kan ik niet uitdrukken. En 't Volk wil dat zoo!) Moet ik nu, door als er iemand opstaat die me niet wil doodzwygen of laten doodzwygen, en die van zyn kant z'n best doet om my - och, 't is zoo moeielyk! En, omgekeerd, als Coens my in de hoogte steekt, kan ik dan 't ‘imprimatur’ [6.] imprimatur: blijk van instemming met het afdrukken (lat.) daarop zetten, zonder den schyn op me te laden van mallen eigenwaan? (Of 't wezen zelfs!) Beste Vos, wees niet boos dat ik Coens' copie ongelezen terug zend. Doe wat gy goedvindt.
Ik voel me zeer onwel. Je ziet het wel aan m'n schryven. Hartelyk gegroet. Mies schryft zeker op haar eigen houtje. O, denk nooit dat ik boos ben over niet schryven. Ik weet hoe lastig het is als men zich niet opgewekt voelt. Dag, beste Vos!
Uw liefh. Dek.