Lijst van brieven op datum
13 oktober 1884
van
Mimi Douwes Dekker (bio)
aan
Carel Vosmaer (bio)
Volledige Werken. Deel 23. Brieven en dokumenten uit de jaren 1884-1886 (1993)
13 oktober 1884
Brief van Mimi aan C. Vosmaer. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (Vosmaer-archief, A.R.A.; fotokopie M.M.)
Nieder-Ingelheim 13 Oct. 1884.
Beste Vos! Hoe lang we al in 't bezit zyn van je brieven weet ik niet recht, maar wel dat we verheugd waren by de ontvangst. Weet je, als ik je hand zie op 't adres dan doet dat op zich zelf me reeds genoegen, zonder nu nog van den inhoud te spreken. Dat merk ik ook nog dezer dagen op by 't ontvangen van je vaderlanden over Mary B [1.] Mary B.: zie bij 6 mei 1884.. Dank je wel. Och, die zaak interesseert me zoo! Toen ik nog een jong meisje was en zy een jonge vrouw waren we zoo intiem samen, ik kende haar van binnen en buiten. Deks eerste brieven heeft zy voor my ontvangen - en ik stelde haar zoo hoog in vergelyking met al-de andere menschen die ik door toeval en omstandigheden leerde kennen. Ik zie haar nog met haar mooi levendig gezicht en gestopte japon die jaar in jaar uit meeging - maar daar dacht ze niet aan. Och wat had ze altyd een werk om de kinderen ‘heel’ voor den dag te brengen - en die leelyke oude Bekking [2.] Bekking: waarschijnlijk de vader van Mary Bulkley. Zie ook noot 1. die intusschen potte, potte, potte! Bah! 't Was een nare kerel - maar nu er blykt dat hy zoo ryk was vind ik hem nog veel onverdragelyker! - We zyn benieuwd of er nog gevolg zal worden gegeven aan 't idée van vergiftiging. Het is een slechte noot voor die hr H [9.] die hr H: H.J. Hoek, de schoonzoon van mevr. Bulkley., (hoe heet hy toch?) dat zyn eigen vader hem afvalt. - Maar hoe dwaas weer van Mary [3.] Mary: boven dit woord voegt Mimi tussen haakjes toe: Mevr. B. (Mevr B) om daar een speech aftesteeken over de waarheidsliefde van dat 5jarig kind!- - dat is toch gek! - maar genoeg daarvan-
Hoe jammer Vos dat je dezen zomer je plan niet hebt kunnen volvoeren om eens hier te komen, en toch ook weer goed want nu hebben we 't nog in 't verschiet, en dezen zomer was toch een beetje - hoe zal ik zeggen, we hebben kinder visite gehad. Met kersmis ook maar toen had dek er zich aan gewyd, toen was hy kind met hun geweest, maar nu kwamen ze met menschen mee en sommige bleven een maand. dát is ons teveel geweest, en we hebben elkaer heilig beloofd geen kinderen meer te logeeren. We hebben een maand lang met ons tienen aan tafel gezeten en daarby 4 kinderen die 't gesprek bedierven enz enz de rust en kalmte - kortom beste Vos, kom liever aanstaanden zomer, ik beloof je zeker dat het dan niet zoo'n herrie zal zyn. oef! en al myn lessen met Wout in de war en geen school - Neen we hebben ons huis nog niet verkocht. De lasten waarop we hier zitten, blyven - en het zou ons dus veel te kostbaar zyn om te verhuizen voor 't verkocht is. Het begint me voor Woutje mooi te drukken. Het leeren is nog minder, maar de tucht! - en dek zegt dat ik hem zoo bederf! dat geef ik nu wel niet toe - maar ik erken toch dat 'n beetje schoolsche tucht goed voor hem zou zyn. Hy is zoo speelsch! maar innig hartelyk - en zoo gezellig en belangstellend in alles.
Gunst, Vos, ik heb laatst Liana [4.] Liana: dichtbundel uit 1882 van de hand van Martinus G.L. van Loghem (1849-1934), die publiceerde onder het pseudoniem Fiore della Neve (Sneeuwbloem - it.). Zijn grote succes was Eene liefde in het zuiden (1881), bespot door de Tachtigers. van Fiore della Neve gelezen en - ik vond het zoo mooi, en ik las er telkens dek uit voor wat ik 't best vond en dan zei hy - ja dat is schoon, dat moet ik zeggen! en zelfs: dàt doet me plezier dat ik 't mooi vind - en zoo een heelen avond lang. Maar den volgenden dag nam hy 't heele boekje terhand - en o wee! daar werd het uitgekleed. Reeds de eerste verzen hadden my in een stemming gebracht - maar och wat werd alles bedorven van die blanke bleeke blonde liefde - van wie we ook weinig anders te weten komen dan dat ze blank blond en bleek was.-
Maar dek-
Nu ja, ik kon niet tegen hem op.-
‘Het geheel bederft de deelen, kind. Al dat geklinkklank is maakwerk. soms goed, maar ook dikwijls slecht.
- en hy maakte zooveel aanmerkingen en de meesten moest ik toegeven. Toen heb ik de Spect. nagezocht of jy er iets van zei maar ik vond alleen van Holda een liefde in 't Zuiden beoordeeld; - eigenlyk meer een indruk dan een kritische beschouwing.
Dek vond het stuk van Loffelt over S. B [5.] S. B: Sarah Bernhardt. Zie de brief van Mimi aan mevr. G.C. de Haas-Hanau, 8 november 1884, noot 2. als Lady Macbeth zoo heel begrypelyk! trouwens daar schynt maar een stem over te zyn. 't Is ook te gek frou frou en Lady Macbeth! Dek leest op 't oogenblik een roman van Samarow [6.] Samarow: pseudoniem van Oskar Meding (1829-1903), Duits schrijver van populaire romans op semi-documentaire grondslag. - met veel afkeuring, een wonder dat zoo iets opgang maakt. - Ik wou zoo graag dat hy wat anders deed, maar St! st! dat mag hy niet hooren. Wou begint nu ook voor zyn genoegen te lezen. We hebben de 1001 nacht voor kinderen. Die zyn heerlyk! Niet preekerig, geen geloof, niet gemoedelyk [7.] gemoedelyk: (destijds ook) synoniem voor sentimenteel. maar eenvoudig en helder. Het is 't eerste kinderboek dat me bevalt. en voedsel voor de fantaisie zonder zenuwachtige angsten op te wekken. En 't schynt dat kinderen zulke verhalen heel aantrekkelyk vinden. Wou kan den heelen avond zitten lezen met de vingers in de ooren, zeker uit vrees voor 't gedruisch dat dek en ik maken. We kreegen ook de sprookjes van Andersen, maar die heb ik gauw weggestopt zoo ziekelyk en naar. En Robinson is zoo bedorven door ‘god!’ We hebben er twee, beide slecht ook buiten god die in alle R.'s zoo'n rol speelt. Ja die lectuur voor kinderen is een moeilyk onderwerp. en ik heb zoo'n walg - van die zoetige vieze gemoedelykheid - die tegenwoordig zoo'n rol speelt.-
O Vos, wat zal je me vervelend vinden, 't is net of ik zit te rammelen. Je hoeft niet meer aan kinderboeken te denken. No laatst van de kinderen meen ik [8.] van de kinderen meen ik: deze woorden later toegevoegd. Mimi bedoelt Alexander Vosmaer (1866-1944), C. Vosmaers jonste zoon. op de akademie! Hoe goed dat hy dat examen ontbeeren kon en nu toch studeert en hoe gezellig dat ge hem by dat alles thuis houdt! De cholera in Napels neemt nu ook af - wat zyn dat toch voor zonderlinge bacillen van mynheer Koch. die worden nu in alles gevonden. En gister lazen we dat het misbruik van jongen wyn de cholera zoo in de hand had gewerkt! t Is niet om er uit wys te worden. In storm en regen worden hier nu ook de druiven geplukt. ik vind het altyd zoo jammer dat die uit komen met de kachels, dan doen ze veel minder plezier dan de zomer vruchten.
Dek zal zelf antwoorden op je brief, voor eenige dagen hebben we met 't grootste genoegen een paar stukken uit je vogels gele-zen. - die gezellige prettige winteravonden. dat is toch iets goeds van de barre gure winter, he?
Nu dag beste Vos! Heel veel groeten van ons beiden aan je vrouw en lieve dochter. Is ze altyd zoo opgewekt en vroolyk als wy haar zagen? hoe heerlyk is dat in een huis! Wy zyn wel eens neerslachtig dek en ik, maar dan doe ik gauw myn best het te overwinnen ook voor Woutje, ofschoon het niet altyd lukt. Nu vaarwel. dag dag heel hartelyk gegroet van je liefh.
MDD