Multatuli.online

25 november 1883

Brief van Mimi aan mevr. C. Bremer-Snelleman. Dubbel velletje post-papier, vrijwel geheel beschreven. (M.M.)

Nieder ingelh. 25 Nov. 1883

Lieve Stine! van morgen kreeg ik je brief. O hemel wat 'n brief! Wat heb ik gezegd gedaan geschreven om zoo je ontevredenheid optewekken.

1sten Over deks niet antwoorden op v. Andels boekje zal je niets zeggen.

2de Iets wat ik je vertelde van een pr. bezoekers ga je stilzwygend voorby om dezelfde reden

3de Over deks niet werken wil je niets meer zeggen

4de Over ons plan om nr Holl. te trekken wil je ook niet oordeelen. Over je kennissen, je huis, je wonen kan je me ook niets zeggen - neen dit hoort er niet by. Maar No 1, 2, 3 en 4! en zoo is je heele brief. Nu, lieve, geloof ik heusch niet dat je over al die dingen juist oordeelen kunt (en ik vind het heel goed zoo als je man zei ‘dat men de handelingen of denkbeelden van anderen dikwyls niet beoordeelen kan daar men de fynere nuances en redenen die tot die handelingen aanleiding gaven veelal niet kent.) en daarom spyt het my minder dat je je oordeel niet zegt, dan het my leed doet dat je het zoo geprikkeld en met ostentatie [1.] met ostentatie: met vertoon. binnen houdt. Kyk, over deks niet werken. Dat doet ook my erg leed, ik wou zoo graag dat hy 't kon! maar van de andere kant begryp en billyk ik zyn niet kunnen volkomen. - Ik geloof dat jy dit niet doet. Reeds vroeger schreef je er over. Wil je nu nog eens je meening zeggen? heel goed! maar word je er erg boos om als ik nu vooruit al weet dat ik by 't lezen van je oordeel over deze zaak denken zal: ‘nu ja, dat is omdat ze dit of dat niet weet, dàt verkeerd inziet, dek niet goed genoeg kent enz enz enz.’-

Maar over dit alles wilde ik nu eigenlyk niet in breede uitweidingen komen. Het is al by 12. want nadat wou tebed is, heb ik met dek geschaakt, wat we tegenw. alle avonden doen. Toen ik je brief gelezen had - die après tout toch heel hartelyk is in weerwil van je gebrom, en die van je beste man, die heel interessant en ook heel hartelyk is - zei ik: dek (er wordt toch niet gewerkt) Zou je er wat tegen hebben als ik hun vroeg of ze er de nare reis voor over hadden om de kersvacantie hier te komen. (Zie je dan kunnen we mondeling al dat gekibbel afdoen, dat gaat veel vlugger dan per brief). ‘Gut neen, zei dek. ik zou 't heel prettig vinden als ze 't wilden doen! - dus zie je dit is nu de eigenlyke reden dat ik zoo gauw schryf. Maar is 't eigenlyk niet te veel gevergd? zegt hy er by. Ik zou 't erg erg gezellig vinden. maar ik moet zeggen dat het wel wat veel is om uit Br. hierheen te komen in 't hartje van den winter. Toe, schryf spoedig een woordje of je er toe zoudt kunnen besluiten. ik zou 't heerlyk vinden. Nu beantwoord ik ook niet een vraag en bewaar alles tot later.-

Neen onze laatste logés waren niet uitsluitend tot ons genoegen hier. maar we hadden verplichtingen. en met het meisje heb ik met groot genoegen kennis gemaakt. O zoo'n origineel lief hartelyk schepsel! daar zou ik je ook van vertellen. Maar ik schryf geen woord meer. Ik ben in den laatsten tyd ook nogal onwel geweest en dek zelf heeft nu met kunst en vliegwerk een schutsel gemaakt om de tocht van my te weeren en Wou was by al dat werk zyn trouw adjudantje. Vandaag is 't klaar gekomen. Nu dag een hartelyke kus en groet aan je beiden. en wees niet boos meer!

Mimi DD