Lijst van brieven op datum
15 november 1882
van
Multatuli
aan
Gosewina Carolina de Haas-Hanau (bio)
Volledige Werken. Deel 22. Brieven en dokumenten uit de jaren 1882-1883 (1991)
15 november 1882
Brief van Multatuli aan mevr. G.C. de Haas-Hanau. Dubbel en enkel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
Nieder Ingelheim, 15 Novr 1882
beste lina! Zeker heeft de Heer die bokkingvrouwen geschapen om my te genezen van m'n verwaandheid. Ik leg er my by neer - niet by die vrouwen wel te verstaan, maar by Haar Ed. gewysde [1.] Haar Edeler gewysde: het door hen gewezen vonnis, nl. dat het geen tijd voor harde bokking was, in tegenstelling tot Multatuli's mening, zie zijn brief van 8 november.. Om m'n eer te redden zullen wy 't er maar voor houden dat de bloeityd der harde bokkings... verschoven is. (zooals taalprofessers van de klinkers zeggen.) Maar mysterieus is het. Zonder gekheid, ik neem aan dat ik my vergist heb, en toch...
Zie, in m'n jeugd zag men geen muggen in wintertyd. Op dit oogenblik liggen de velden vol sneeuw, en toch gonzen me telkens die dieren om de ooren. Ook vliegen - de vuile, vieze, zwarte, waaraan ik zoo'n byzonderen hekel heb - lieten ons in den winter met rust. Tegenwoordig niet meer. Zalige jeugd!
Wat uw vriendelyk aanbod betreft om my in afwachting der bokkingperiode andere gerookte visch te zenden, hoor eens, lieve hartelyke meid, dat loopt wat over den rand van 't behoorlyke. Dan zouden er in Holland wel 1000 dingen zyn die ik en ieder ander wel zouden willen hebben. Neen, beste Lina, doe dàt niet! Gerookte visch in 't algemeen zal zeker te Mainz wel te krygen zyn, en waar zou 't heen als ge my de dingen gingt zenden die ik hier voor geld bekomen kan? Dit nl. is, meen ik 't geval met sprot en de z.g.n. engelsche bokking. Een en ander is hier te bekomen [2.] bekomen: oorspr. gevolgd door in de. (d.i. te Mainz) in de delikatessen-winkels, maar de holl. ‘harde bokking’ de ‘gemeene’ die op straat wordt uitgevent meen ik hier nooit gezien te hebben. ‘Meen ik’ want volgens sommigen is het dezelfde die hier van Kiehl wordt aangevoerd en daarvan den naam draagt. Maar die Kiehler bokking is hier noch goedkoop noch onfatsoenlyk, en beantwoordt niet aan m'n illusien. Ik verbeeld me dat ze in saveur &c niet halen kunnen by onze straatbokking. Als ge my (over 3, 4 maanden, helaas!) hollandsche bokking zendt, zal ik er een Kiehler naast leggen. De Kiehlers zyn flauwer, weeker, duitscher. Zoo meen ik. Somme toute [3.] Somme toute: al met al (fr.), ik heb u dat verzoek slechts durven doen in de meening dat het 'n hollandsche specialiteit was. Het edel genoegen dat gy schept in my van dienst te zyn is roerend. Maar ik zou ophouden het te verdienen (op 'n beetje na!) als ik er misbruik van maakte. En dit zou inderdaad het geval zyn, als ik U vroeg om dingen die ik even goed hier krygen kan. Uw plicht als Christenmensch en vriendin, is my te helpen in m'n [4.] m'n: oorspr. stond er de. poging om niet onbescheidener te worden dan ik al geweest ben. In al die drie B. zaken (bokking, beker en broek [5.] Om een broek had Multatuli niet gevraagd, wel om een gewatteerd huisjasje.) had ik tenminste een pretext. Dat heb ik voor andere dingen niet!
Over den beker schryft ge Mies, en ik moet nog antwoorden op de vraag of't coin du (de?) feu kompleet wezen moet? De mensch is zwak, gelyk de groote dichter X zoo wèl gezegd heeft. Stipt gezegd heb ik den broek niet noodig, maar ydelheid, gemakzucht, nieuwsgierigheid naar 't model, pronkerigheid, streven naar 't volmaakte...
Wel zeker, wat is 'n coin de feu zonder broek? Alzoo, lieve Lina, geef Van Erp last, hm! - verzoek hem - den pantalon er by te maken, en tevens of hy zich wat haasten wil. Dan zie ik kans U den last te besparen - of zorgt V.E. daarvoor? - van 't deklareeren, &c. Dit is 'n heel gemaal. Ook moet de pakking anders zyn als 't ding 'n grens passeert. Binnen eenige [6.] eenige: oorspr. stond er weinige. dagen namelyk zal Albert (Mimi's broer) hier komen, en als de spullen klaar waren, kon hy ze meenemen. Ik vraag of't hem schikt, en aan welk adres Van Erp het pakje dan zenden kan. Van z'n antwoord geef ik U dan bericht, of wel ik verzoek hem z'n adres aan V. Erp meetedeelen. - Zonderling, deze laatste dagen heb ik me telkens bezig gehouden met De Haas, en met de mogelykheid dat men hem eenmaal zou kunnen op den achtergrond schuiven. ‘Men’ vergeeft - als ‘me’'s belang dit meebrengt - beleedigingen. Maar ‘verdiensten’ vergeeft ‘men’ niet! Ik heb nu geen tyd U uitteleggen wat me zoo op dezen topic brengt, maar wel geef ik hem [7.] hem: oorspr. stond er U. in overweging iets te bedenken dat hem wit op zwart zekere vastheid van positie waarborgt. Alle kollegien zyn valsch en onbetrouwbaar. Deze uitdrukking is onjuist als uitdrukking, maar men zal zich niet bedriegen door den zin als waar aantenemen. 't woord: onbetrouwbaar kan blyven, maar ‘valsch’ is te fraai, omdat die kwalifikatie de mogelykheid veronderstelt van het tegendeel. Een kommissie is noch valsch noch eerlyk. Zy is niets. Ze heeft geen continuïteit van aandoening, alzoo: geen gevoelen, en dus: geen verantwoordelykheid, geen geweten. Zelfs zonder verwisseling van personen, maakt zich ieder lid eener verzameling van menschen van alle verwyten af - ook van zelfverwyt! - door zich te beroepen op: ‘ze.’ Dat de persoon V.G. solide is, neem ik aan. Welnu, dan zal hy gaarne De H. willen helpen in 't bedenken van middelen om te voorkomen dat later [8.] later: oorspr. voorafgegaan door: niet. - by V. Gennep's altyd mogelyk aftreden! - anderen de plaats innemen die De H. toekomt. Het ligt in den loop der zaak dat men eenmaal iemand ònder zich zal willen hebben, iemand dus die niet de verdiensten kan doen gelden die DeH aanspraak geven op vereering. Of de zieken zullen lyden onder deze ellendige neiging, zal dan byzaak worden.
Indien myn vrees al waar is uit algemeen oogpunt, hoe veel te meer is er dan reden tot voorzichtigheid als men weet dat 'n zeer invloedryk persoon er belang by heeft het Rotterds oogziekenhuis tegen te werken. Zeker is D te U [11.] D te U: F.C. Donders te Utrecht niet zoo dom dit te beproeven op dit oogenblik. Maar wel zal hy 't doen zoodra de gelegenheid zich aanbiedt. Laat toch DeH. hierover eens ernstig nadenken. Juist de heer V. Gennep, dunkt me, kan, als vriend, advokaat en belangstellende, wel iets bedenken dat ter-zake dient. Eene miskenning en achter af zetting zou voor Uw besten man 'n doodsteek zyn! Laat hy 't [9.] hy 't: oorspr. stond er het hem. vooral niet kwalyk nemen dat ik hierop zoo aandring. Aanleiding vond ik den laatsten tyd gedurig in 't lezen van verslagen over meetings en rapporten over ind.e zaken. Jan en alleman werden aangehaald, maar ik niet. Zeer natuurlyk. Ik heb (en maak) aanspraken. Die te ontwyken is schering en inslag van de zaak, en niet uit persoonlyken haat - schoon dáárin de zaak ten laaste [10.] laaste: verschrijving. overgaat! - maar om toch vooral geen vóórman te erken-nen dien men zou kunnen geacht worden iets schuldig te zyn. Ziedaar dan ook de eenige reden waarom de lof der dooden zoo goedkoop is. Ze pretendeeren niets, ze manen niet, zyn geen wandelende verwyten over kwade betaling. De H. heeft te veel verdiensten om niet binnen weinig tyds overtegaan in de klasse der lastige schuldeischers, ook al zegt of schryft hy geen woord!
Dag beste lieve lina, wees heel hartelyk gegroet van uw liefh. vriend
Dek