Multatuli.online

12 november 1882

Ingezonden Brief (met reaktie van F. van der Goes) in De Amsterdammer, no. 281. (K.B. 's-Gravenhage; fotokopie M.M.)

Een paar vragen aan de multatulicommissie.

Ligt het ook op de weg van de Hoofd-Commissie aan de deelnemers in zake ‘het Huldeblijk’ verslag uit te brengen, over die sints lang, naar ik meen, getermineerde zaak?

Door sommige dagbladen is indertijd iets medegedeeld omtrent den ‘Uitslag,’ maar ontvingen die Dagblad-Correspondenten van de Hoofdcommissie eene kennisgeving, die aan de deelnemers werd onthouden?

Zou die Hoofdcommissie ook gehouden zijn, tot rekening en verantwoording aan de onderteekenaars van de circulaire? en zoude een woord van dank aan hen, die hebben medegewerkt tot ‘het doel,’ overbodig of misplaatst zijn te achten?

Een Contribuant.

Wanneer, de ‘Contribuant’ zich wendt tot de Commmissie, dan kan het wellicht in hare eerst-volgende vergadering een punt van overweging uitmaken, of, alvorens het haar wenschelijk toescheen den uitslag harer werkzaamheden bekend te maken aan de onderteekenaars harer circulaire, hem langs dezen weg bescheid zal worden gedaan.

Op naamloos geschrijf, dat met een weinig goeden wil te vermijden ware geweest - geen vier dagen geleden gewerd den inzender een brief over deze zaak van den ondergeteekende - kan anders geen betoon van wellevendheid worden verwacht.

F. van der Goes,

Lid van de M.-Commissie.