Lijst van brieven op datum
21 oktober 1882
van
J.W.E. Duitz
aan
Vitus Bruinsma (bio)
Volledige Werken. Deel 22. Brieven en dokumenten uit de jaren 1882-1883 (1991)
21 oktober 1882
Brief van J.W.E. Duitz aan V. Bruinsma. Enkel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
Waarde Heer Bruinsma!
Met Faust kan ik uitroepen: Da steh' ich armer Thor, [1.] Da steh' ich armer Thor: Daar sta ik (nu), arme dwaas (du.); naar een bekende regel uit Goethe's Faust I vers 358 gevolgd door ‘und bin so Klug als wie zuvor’: en ben nog even slecht op de hoogte als voorheen. enz: Steeds ben ik antwoord wachtend op mijne vragen in m'n vorige schrijven. Ik heb inderdaad nimmer een dusdanige zaak op zoo stilzwijgende wijze zien behandelen; niet voor mij zoozeer, zie ik naar wat licht uit, als wel voor hen die mij hun bijdragen gaven. Ook belemmert mij de onwetendheid waarin ik verkeer, in het arbeiden voor... Tandem, zal ik maar eens zeggen. Mijn vriend Rynders (I.W.G.) Warmoesstr. zond mij nietemin f25 als jaarlijksche contributie voor dit doel, met belofte, deze som zoo mogelijk te vermeerderen. Gij kunt nu voorloopig beschikken over deze f25, plus f50 zijnde de halfjaarlijksche bijdrage van den Hr P. en mij.
Saturdag l.l. hield Dr. Muller hier een voordracht over M, die veel enthousiasme verwekte en hoewel deze zich bepaalde bij voorlezing van eenige fragmenten uit M's werken, geloof ik dat zij een uitwerking ten goede heeft, vooral door den naam en kwaliteit van den spreker. Ziet ge - ik zou zoo gaarne van U willen weten, hoe het nu eigentlijk met dat Genootschap Tandem staat; wie er zooal aan bijdraagt; dan zal ik mij met deze in contact stellen en in vereeniging met hen, (altijd zoo geheim mogelijk) trachten werkzaam te zijn in Amsterdam. Mogt het zijn dat die hier nièt bestaan, dan nòg ware er mogelijkheid ze te vinden; daar tègen doet zich echter een beletsel voor; namelijk: dat ik weinig bekend ben in Amst. met hen die ik bij benadering mag veronderstellen tot Ms vrienden te behooren en ontbreekt het mij dus aan introductie. Hoe 't ook zij, wees zoo goed mij 't een en ander te schrijven
Mijne beste wenschen & groeten
uw toegenegen
Duitz
21/10 82.