Lijst van brieven op datum
26 september 1882
van
Multatuli
aan
D.J. Korteweg (bio)
Volledige Werken. Deel 22. Brieven en dokumenten uit de jaren 1882-1883 (1991)
26 september 1882
Brief van Multatuli aan D.J. Korteweg. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
datum eenigzins onzeker maar de brief van mij (DJKorteweg) aan Dekker van 1 October 1882 schijnt er het antwoord op te zijn. [1.] Bovenschrift van de hand van D.J. Korteweg.
Rotterdam, dinsdag
Waarde Korteweg! Hiernevens de beide Polissen. Wees toch zoo goed die zaak nu zoo spoedig mogelyk tot 'n afdoend eind te brengen. De slag die my is toegebracht, is niet te herstellen, maar 't blyft te wenschen dat de daarby in 't leven geroepen omhaal zoo kort mogelyk dure. Ik ben er ziek van. 't Is er ver vandaan dat ik U gister opmerkzaam zou hebben gemaakt op alle in deze zaak begane fouten. Ik was al doodaf toen ik U afhaalde. Ten-gevolge der zonderlinge handelingen der Kommissie ben ik in een allertreurigste verhouding geraakt tot m'n uitgever. Ik moet ‘schryven’, en de huldeblykszaak heeft m'n toon gebroken, my de pen uit de hand geslagen. Van nu af weet ik niet meer tot wie ik 't woord voer. Als ik 'n behoorlyke vorm aan de zaak wist te geven zoo dat ik geen onschuldigen kwetste, zou ik nog heden de heele zaak afwyzen [2.] afwyzen: oorspr. stond er terugwyzen.. Armer dan me nu dat Huldeblyk gemaakt heeft, kan ik niet worden. Enfin!-
Gyzelf weet niet wat my aangedaan is. Dit verontschuldigt, zegt ge? Dat is niet zeker. 't Lag toch nog al voor de hand, meen ik, aan iemand dien men ‘Hulde’ bewyst, by-tyds en zonder zich te engageeren vis-à-vis geheel onbevoegden, te vragen wat hem aangenaam was!
‘Geheel onbevoegden’. Ja! Want ik wraak ten ernstigste ieder bydrager als bevoegd om zich tot m'n voogd optewerpen. Wie daartoe meent gerechtigd te zyn neme z'n bydrage terug. Hoe kondet gy meenen dat ik me onder kurateele liet stellen van ieder die onder pretext [3.] pretext: voorwendsel. van ‘Hulde’ my 'n kleinigheid geld aanbood! Lager dan door die bespottelyke veronderstelling kon men my niet taxeeren. Noem my de bydragers die deze pretentie maken. Ik zal ze hun contingent - verdubbeld als ze willen - terugzenden. Adieu, u persoonlyk groet ik hartelyk. Van de Kommissie als zoodanig wil ik niets weten.
Uw vriend
Dek
Al had iedere bydrager zooveel geleverd als nu 't heele bedrag van de zaak, ik zou evenmin als nu dat baasspelen over my verdragen. 't Is treurig dat m'n ‘vrienden’ my zoo'n rol hebben willen toedeelen. Dit besef is doodelyk voor my. Het verstomt my!