Lijst van brieven op datum
juli 1882
van
Jan Versluys, Marie Versluys
aan
Vitus Bruinsma, H. Bruinsma
Volledige Werken. Deel 22. Brieven en dokumenten uit de jaren 1882-1883 (1991)
Omstreeks 22 juli
Brief van J. Versluys en Marie Versluys aan V. Bruinsma en Hilde Bruinsma. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 en 4 (⅔) beschreven. (M.M.)
Amice,
Met het beantwoorden van Uw brief heb ik maar gewacht tot we vergadering hebben gehad van de hoofdcommissie. De polis is zoo ingericht, dat er duidelijk uit blijkt, dat wij de som betaald hebben en er is een bepaling bijgevoegd op raad van een advokaat, waarmee het advies van andere rechtsgeleerden overeenkomt. - De betaling geschiedt alleen op grond van zijn handteekening, op de bepaalde data. Maar er is bij ingelascht dat de betaling ook als we dat een maand te voren behoorlijk aanzeggen kan geschieden aan een ander. Daar echter zijn handteekening noodig blijft kunnen we daar geen misbruik van maken ten voordeele van anderen tegen zijn zin.
Daardoor is nu de polis voor derden, naar men ons zegt, zonder waarde; maar het allervoorzichtigste zou toch zijn, dat we de polissen zelf hielden.
Woensdag avond heb ik echter een brief gekregen, waarin naast een paar grofheden, het ‘vriendelijk’ verzoek voorkomt om hem zijn polis te zenden. Korteweg en ik hebben naar aanleiding daarvan de hoofdcommissie bijeengeroepen tot een vergadering op Zaterdag avond. Daarin is besloten hem beide polissen met het rechtskundig advies te zenden, nadat van alle drie officieel afschrift zal zijn genomen.
Of hij dan weer boos zal zijn over den vorm der lijfrentepolissen, moeten we afwachten. Als hij weigert of verandering eischt zullen we waarschijnlijk de onderteekenaars oproepen.
Wat de voortzetting van Tandem betreft, het best is buiten kijf dat ge zelf rechtstreeks aan hem stuurt. En 't kan dunkt me zeer goed eens per jaar. 15 Sept. 15 Dec. 15 Maart en 15 Juni ontvangen ze telkens 600 Mark. Over de 500 van Funke kan hij op 1 Mei beschikken. - 1 Februari bv. ligt tusschen 2 van die termijnen in en zou dunkt me een zeer goed tijdstip zijn voor een zending. - Als ik doorga, kies ik dan een anderen tijd en zoo wordt dan toch de zending verdeeld. - Het spijt me dat hier niet nog een ander gedelegeerde van Tandem zit, dan kon ik aan hem de enkele lui overdragen die ik heb, want ik wil niet de kans loopen, dat hij mij geld terugzendt of verzoekt mijn bemoeiingen te staken. - Ik wil mij natuurlijk ook niet telkens laten beleedigen en zal, als D. niet verandert, zoo spoedig mogelijk alle correspondentie voor goed staken, alleen beëindigende wat het huldeblijk betreft. Inmiddels blijf ik na vriendschappelijke groeten
tt
J Versluys
Lieve Hilda,
In de eerste tijd is er geen denken aan dat het weer tusschen de Deks en ons in orde kan komen. Van de week heeft Mimi aan Versluys nog een briefje geschreven uit D.D.'s naam, zoo beleedigend dat de ‘vriendelijke groeten’ aan het slot er al heel vreemd opvolgden. Versluys kan zich volgens hem onder de ‘grofst georganiseerde’ menschen rekenen.
Er hebben natuurlijk altijd eenige punten bestaan, waaromtrent D.D. en V. het niet eens waren; die komen nu, schijnt het, sterk op de voorgrond; daar is niets aan te doen; hun beider karakter is zóo en niet anders. Als nu door D.D. het goede maar niet zoo geheel over het hoofd werd gezien, dat hij toch vroeger in V. gewaardeerd heeft; maar D.D. is heftig, dat is zijn karakter, en daar hebben we ook weer veel aan te danken, zonder die heftigheid was het Multatuli niet. Ge ziet dus wel dat de tijd alleen verandering kan brengen; ondertusschen spijt het mij erg, want heel graag had ik D.D. anders zien handelen in deze zaak, ik vindt [1.] vindt: verschrijving. hem niet helder en klaar als de dag. En als ik aan Mimi denk doet het me zeer, we hielden heel veel van elkaar.-
Hebt ge tegenwerpingen of een ander inzicht in de zaak, zult ge mij die dan schrijven?
Met de hartelijke groeten
Uw toegenegen
Marie Versluys